gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgrxo60 der agenda Bijlagen 1963 no. 226 20 mei 1963 AZ/8291 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vervallen respectievelijk van toepassing verklaren van gemeentelijke winkelsluitings voorschriften in of voor een gedeelte van het gebied, dat bij wet van 30 maart 1961 ,stbl. nr 117 bij de gemeente Breda is gevoegd. Zoals Uw raad bekend iswerd op grond van het bepaalde in de wet van 30 maart 1961r stbl„nr.117 onder meer een gedeelte van de gemeente Nieuw-Ginneken, waar onder het gebied Heusdenhout, met ingang van 1 juni 1961 bij de gemeente Breda gevoegd Artikel 3, 1e lid, van voormelde wet bepaalt, dat de op de dag, voorafgaande aan de datum van grenswijziging, in of voor een overgaand gebied geldende ge meentelijke voorschriften gedurende twee jaren na die datum (d.i. dus tot 1 juni 1963) in of voor dat gebied hun rechtskracht behouden, voor zover het bevoegd gezag van de gemeente Breda niet anders bepaalt. Blijkens een destijds door de Kamer van Koophandel ingesteld onderzoek gaven alle in Heusdenhout wonende winkeliers er de voorkeur aan te blijven vallen onder de werkingssfeer van de winkelsluitingsverordeningen der gemeente Nieuw-Ginneken, zoals die verordeningen tot 1 juni 1961 voor hen hebben ge golden. Overeenkomstig het verlangen van de betrokken winkeliers heeft Uw raad ten aanzien van het gebied Heusdenhout op het stuk van de winkelsluiting tot dusver geen regeling getroffen, als gevolg waarvan de gemeentelijke winkelsluitings voorschriften van Nieuw-Ginneken, zoals die tot 1 juni 1961 voor Heusdenhout golden, aldaar nog steeds van kracht zijn. Ingevolge het bepaalde in artikel 3, 2e lid, van voormelde wet dient Uw raad vd<5r 1 juni a.s. te beslissen, of de bestaande situatie te dezer zake zal wor den gehandhaafd, dan wel of de gemeentelijke winkelsluitingsverordeningen van Nieuw-Ginneken, zoals die tot 1 juni 1961 voor Heusdenhout golden, voor dat gebied vervallen en de in de gemeente Breda van kracht zijnde winkelsluitings verordeningen voor Heusdenhout van toepassing zullen worden verklaard. In verband mc-t het voorgaande hebben wij hieromtrent hot advies gevraagd van de Kamer van Koophandel, die ons adviseerde Uw raad voor te stellen tot het laatste te besluiten. In haar advies deelde de Kamer ons mede een onderzoek te hebben ingesteld naar de bij de betrokken winkeliers, t.w. drie kruideniers, een groentehandelaar en een kleinhandelaar in rijwielonderdelen, levende verlangens ten aanzien van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 390