volgno. 23 der agenda -8- kleinste woningen waren gedacht,worden overgebracht naar de groep II sub b, zijnde percelen bestemd voor de bouw van woningen met een inhoud van 300- 400 m3. Gezien het prijsverschil tussen de terreinen van groep II sub a en die van de groep II sub b - zijnde in 1962 gemiddeld 1136,50 per perceel - kon een aanmerkelijk hogere opbrengst voor deze terreinen in vergelijking tot 1962 worden geraamd Dit voordeel zou ien goede van alle terrein-groepen kunnen worden omgeslagen maar dan zouden de uitgifteprijzen der terreinen bestemd voor de volkswoning bouw aanmerkelijk meer verhoogd moeten worden dan de eerder vermelde 2>j zulks in afwijking van het beleid, dat t.a.v. de terreinen voor deze woningbouw van het begin af is gevoerd. Want zoals bekend hebben wij er steeds naar ge streefd om binnen de daartoe aanwezige mogelijkheden de grondprijs voor de volkswoningbouw zo laag mogelijk te houden. Door de bovenbedoelde hogere opbrengst geheel ten goede van de groep terreinen bestemd voor de goedkopere woningbouw te laten komen (hetgeen trouwens ook hiermede te motiveren is doordat het voordeel zich in deze groep voordoet) wordt derhalve de reeds eerder toegepaste subjectieve prijsbepaling voor deze gronden gecontinueerd. Daar de prijslijst de uitgiftebedragen gedeeltelijk per m2 en gedeeltelijk per woning aangeeft, volgt hieronder1 ter verduidelijking een overzicht van alle voorgestelde prijzen voor zover op bouwterreinen voor woningen betrek king hebbend. soort bouwterrein voor complexen in groep: Voor villa's en bungalows bi.i 1000 m2 24.700,- 23.450,- 22.350,- Voor eengezinswoningen in blokken van 4 stuks of meer: a. bij een inhoud kleiner dan 300 m3 en een terrein-oppervlakte van 150 m2 komt niet voor 3.083,- 2.925,- b. als voor inhoud 300-400 m3 en een opper vlakte van 160 m2 4.240,- 4.024,- c. als voor inhoud 400 m3 en meer en een oppervlakte van 175 m2 5.758,- 5.486,- 5.215,- Voor eengezinswoningen in blokken van maximaal 3 stuks bij een terreinoppervlakte van 160 m2 komt niet voor 5.192,- 4.912,- Voor etar:ewoningen bij 3 bouwlagen 3.840,- 3.655,- bij 4 bouwlagen 3-560,- 3-385,- bij 5 bouwlagen en meer 3.375,- 3.210,- 3.050,- Hoewel de uitgifteprijzen 1963 ten opzichte van die van 1962 een niet onbelang rijke stijging: te zien geven, mener wij toch dat zij nog binnen redelijke grenzen blijven en dan ook aanvaardbaar zijn. Wij willen er hier nog op wijzen dat de prijsstijging der bouwpercelen voor de goedkoopste woningbouw (eengezinswoningen met een inhoud minder dan 300 m3) slechts 67,50 bedraagt; hierbij dient echter bedacht te worden, dat zoals reeds vermeld dit soort kleine woningen nog slechts zelden gebouwd wordt en de grondprijs voor het merendeel der goedkopere woningen thans op 4.024,- vwoningen met een inhoud van ^00-400 mp in de complexen van groep C) zal komen te liggen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 39