gemeente Breda
aan de raad der geneenle Breda.
volgno. 4 der agenda
Bijlagen 1963
no. 3
9 januari 1963
Fb/314
Voorstel van burgemeester en wethouders tot:
1. intrekking van het raadsbesluit van 16 mei
1962, waarbij werd vastgesteld een verordening
op de heffing van opcenten op de hoofdsom der
personele belasting over het belastingjaar
1962/1963;
2. vaststelling van een verordening op de heffing
van opcenten op de hoofdsom der personele be
lasting over het belastingjaar 1962/1963
Ieder jaar moet door Uw college het aantal opcenten worden vastgesteld dat ten be
hoeve van de gemeente zal worden geheven op de hoofdsom der personele belasting.
Voor het belastingjaar 1962/1963 had deze vaststelling plaats in Uw vergadering
van 16 mei 1962, waarbij ten opzichte van het belastingjaar 196l/l962 door wijzi
ging van de huurwaarde-noimen rekening werd gehouden met de destijds door de re
gering voorgenomen huurverhoging per 1 juli 1962. In deze gemeente wordt namelijk
een progressieve heffing van opcenten toegepast, waardoor bij het onveranderd hand
haven van de huurwaarde-normen een verzwaring van de belasting zou optreden.
Nu echter de huurverhoging niet op 1 juli 1962 is ingegaan doch op 1 september
1962 en in verband hiermede de wijziging van de wet op de personele belasting
eerst met ingang van het belastingjaar 1963/1964 doorgang zal vinden, dient -
onder intrekking van de op 16 mei 1962 vastgestelde verordening - een nieuwe ver
ordening te worden vastgesteld waarbij de huurwaarde-normen welke voor het belas
tingjaar 196l/l962 hebben gegolden ongewijzigd worden gehandhaafd.
Wij hebben de eer U voor te stellen conform het vorenstaande te besluiten.
Een ontwerp-verordening gaat ter vaststelling hierbij.
Een eventueel afwijkend advies van de uit Uw raad gevormde afdeling voor de fi
nanciën zal U nog nader worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R.Geuljans burgemeester.
Van Woensel
secretaris.