gemeente Breda bij volgno. 4 der agenda De raad der gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.7 augustus 1963 noAl/13039 gehoord de afdeling voor juridische aangelegenheden; gelet op het bepaalde in de destructiewet; heeft besloten: vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging en aanvulling van de destructieverordening voor de gemeente Breda, vastgesteld bij zijn be sluit d.d. 17 september 1958 nr. BW/12297, en gewijzigd bij zijn besluit d.d. 15 oktober 1959 nr. BW/13967. Artikel I Na artikel 6 wordt een artikel 6a ingevoegd, luidende als volgt: "De aangifteplichtige is gehouden, zo lang destructiemateriaal onder zijn berusting is, bederf of vermenging met andere stoffen tegen te gaan, zulks overeenkomstig door het hoofd van dienst gegeven aanwijzingen". Artikel II Artikel 7 wordt door middel van toevoeging van een tussenzin als volgt gele zen: "Aanwijzingen van het hoofd van dienst omtrent de bewaring van destructie materiaal, anders dan op grond van artikel 6a, kunnen slechts strekken ter voorkoming van gevaar, schade of hinder voor de openbare gezondheid". Artikel III Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar afkondiging. Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Breda in zijn openbare ver gadering van 21 augustus 1963. voorzitter. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 529