gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 26 der agenda Bijlagen 1963 no. 340 9 augustus 1963 OSS/13264 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het beschikbaarstellen van een krediet voor de tweede fase van de verbouwing van het Volken kundig Museum "Justinus van Nassau" Nadat door Uw raad op 12 oktober 1955 en op 30 maart i960 voorbereidingskre dieten van respectievelijk 10.000,- en 11.000,- voor de eerste fase van de restauratie en verbouwing van h^t gebouw Justinus van Nassau waren gevo teerd, hebt U hiervoor op 17 mei 1961 het restauratiekrediet ad 725.000,- beschikbaar gesteld en vervolgens op 22 augustus een aanvullend krediet van 75.000,-. Deze eerste fase is momenteel in uitvoering en zal volgens de verwachting in mei 1964 voltooid zijn. De tweede fase omvat het slopen van het perceel Cingelstraat no. 10 en de bouw van een nieuwe vleugel op die plaats. Deze vleugel zal het dienstgebouw van het Volkenkundig Museum gaan uitmaken en plaats bieden aan de directie, het wetenschappelijk en technische personeel, de bibliotheek en overige werkruimten. Op de begane grond komt tevens een foyer, die in samenhang met de aula in de museumvleugel kan worden gebruikt. Het schetsplan met de kostenraming zijn voor U ter inzage gelegd. Samen met de kosten van open bare werken en van toezicht moet voor het uitvoeren van de tweede fase worden gerekend op 170.000,-. Het gebouw Justinus van Nassau is, zoals Uw raad bekend is, eigendom van de gemeente en in gebruik gegeven aan het rijk voor de huisvesting van het museum. In de gebruiksovereenkomst die op 22 februari 1960 met de Staat der Nederlanden is gesloten ter uitvoering van het raadsbesluit dd. 14 januari 1959 is onder meer bepaalds "Mocht het gebouw worden verbouwd dan zal de Staat, telkens vanaf de datum van het gereedkomen ener verbouwing, jaarlijks aan de gemeente een vergoeding betalen gelijk aan ifc der gemaakte verbou- wingskosten" Het is van belang dat zonder onderbreking na voltooiing van de eerste fase met de tweede fase kan worden begonnen. Daartoe is het wenselijk, dat de architect er thans toe kan overgaan de plannen bestedingsklaar te maken, en dat de rijksgoedkeuring wordt aangevraagd. Wij mogen U daarom voorstel len nu het verbouwingskrediet ad 170.000,- beschikbaar te stellen door vaststelling van de op dit voorstel betrekking hebbende begrotingswijziging. De afdeling voor openbare werken wordt over dit voorstel gehoord. Een eventueel afwijkend advies zal te Uwer kennis worden gebracht. Burgemeester en wethouders van Breda, R. Geuljans burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 564