volgno. 41 der agenda
Noot
Ingevolge artikel 36, lid 8, van de lager-onderwijswet 1920 geschiedt
de benoeming van onderwijzers uit een voordracht van zo mogelijk ten
minste drie bevoegden, opgemaakt door burgemeester en wethouders na
overleg met de inspecteur, na ingewonnen met redenen omkleed bericht
van het hoofd der school, waaraan de benoeming geschieden moet.
Burgemeester en wethouders leggen het bericht van het hoofd der school
en het schriftelijk met redenen omkleed advies van de inspecteur aan
de raad over.