gemeente Breda
15 augustus 1963
P/13471
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 50 der agenda
Bijlagen 1965
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming van twee leraren in tijdelijke
dienst aan de gemeentelijke technische school.
De heer H.P. den Bouwmeester, leraar lichamelijk oefening in vaste dienst van
de gemeentelijke technische school, zal in verband met zijn gezondheidstoe
stand niet meer in staat zijn les te geven. Hem zal met ingang van 1 augus
tus 1963 ontslag worden verleend wegens het bereiken van de pensioengerech
tigde leeftijd.
Wij dragen U daarom ter benoeming in volgorde van voorkeur aan de bovengenoem
de school voor;
1. J. Klaaijsen, wonende te Breda
2. M.J.H» Vullings, wonende te Ottersum.
Beiden zijn volledig bevoegd tot het geven van onderwijs in vooimeld vak.
Ter voorziening in de vakature, welke zal ontstaan ten gevolge van het ven-
lenen van ontslag aan de heer A.C.M. Dekkers, dragen wij U ter benoeming voor
de betrekking van leraar metselen aan bovengenoemde school voor;
A.A.P. de Backer, wonende te Bergen op Zoom.
Deze is studerende voor het bewijs van bekwaamheid voor het geven van onder
wijs in dat vak.
De benoemingen waren te doen geschieden in tijdelijke dienst, ingaande op
1 september 1963 voor de duur van het op 31 juli 1964 eindigende cursusjaar
onder de voorwaarde dat de voordrachten door de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen worden goedgekeurd.
De adviezen van de directeur, waarin het advies van de commissie van toezicht
op het gemeentelijk nijverheidsonderwijs is vervat, de minuten van de inge
zonden voordrachten alsmede de sollicitatiestukken liggen ter visie in de
raadzaal
Burgemeester en wethouders van Breda.
R. Geuljans burgemeester.
Van Woensel secretaris.
Noot;
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden de
leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeenteraad uit
een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burgemeester en wet
houders, nadat de directeur, wiens advies wordt overgelegd, is gehoord. Do
voordracht behoeft de goedkeuring van de minister van onderwijs, kunsten en