gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 51 der agenda
Voorstel van burgemeester en wethouders tot be
noeming van een vakonderwijzeres in nuttige hand
werken voor meisjes aan de drie openbare lagere
scholen.
In Uw vergadering van 17 juli jl. verleende U eervol ontslag aan mej. M.G.
Nelemans als vakonderwijzeres in nuttige handwerken voor meisjes aan de
drie openbare lagere scholen.
Ter voorziening in de vacature is een oproep in de vakpers en de plaatselijke
dagbladen geplaatst. Hierop hebben zich elf gegadigden gemeld, waaronder één
onbevoegde, terwijl één sollicitante zich heeft teruggetrokken.
Na overleg met de inspecteur van het lager onderwijs en na ingewonnen met
redenen omkleed bericht van de hoofden der scholen waaraan de benoeming ge
schieden moet, hebben wij de volgende voordracht opgemaakt.
1mejP.van Heel;
2. mej. M.Kievits, beide wonend.e te Breda.
De voorgedragen kandidaten voldoen aan de wettelijke voor benoeming gestelde
eisen, behoudens het hierna gemaakte voorbehoud.
De benomeing dient te geschieden in tijdelijke dienst voor een proeftijd van
één jaar, ingaande 1 september 1963? behoudens medische geschiktheid en over
legging van een verklaring omtrent het gedrag.
De sollicitatiestukken, het bericht van de hoofden der scholen en het schrif
telijk met redenen omkleed advios van de inspecteur liggen ter visie in de
raadzaal
Burgemeester en wethouders van Breda,
R.Geuljans burgemeester
Van Woensel secretaris
noot.
Ingevolge artikel 36, lid 8,van de lager-onderwijswet 1920 geschiedt de be
noeming van onderwijzers uit een voordracht van zo mogelijk tenminste drie
bevoegden, opgemaakt door burgemeester en wethouders na overleg met de in
specteur, na ingewonnen met redenen omkleed bericht van het hoofd der
school, waaraan de benoeming geschieden moet.
Burgemeester en wethouders leggen hot bericht van het hoofd der school en
het schriftelijk met redenen omkleed advies van de inspecteur aan de raad over.
Bijlagen 1963
no. 365
13 augustus 1963
P/13487