volgno. 5 der agenda -2- met een dergelijke bestemming. De gelegde bestemming noch de rooilijn als zodanig verhinderen niet de grond voor tuinbouw - mits geen opstallen worden opgericht - te blijven gebruiken, terwijl bij aankoop of onteigening hun financiële belangen in voldoende mate zijn gewaarborgd. Wij wijzen er nog op, dat het perceel in het thans nog geldende "uitbreidingsplan in hoofd zaak 1961" reeds een andere dan agrarische bestemming nl. "woongebied, na der te regelen in plan in onderdelen" - heeft, waartegen reclamanten des tijds bij Uw raad geen bezwaren hebben ingediend. De op de percelen van de N.V. H.Huybregts gelegde bestemmingen waartegen de bezwaren zich richten, te weten voor de nos. 1527, 1528, 1529> 1530 en een gedeelte van 1666 "woningbouw klasse A met eigen tuinen" en voor het overige gedeelte van no, 1666 "kleine bedrijven", kunnen niet worden ge mist zonder de opzet van het plan te schaden. De voor woningbouw bestemde percelen zijn reeds als zodanig aangeduid in het nog vigerende uitbrei dingsplan "omgeving Heusdenhout"terwijl de overige grond al in het hoofd- zakenplan 1961 voor vestiging van bedrijven is aangewezen, tegen welke aanwijzing betrokkene toen niet heeft geprotesteerd. Overigens geldt ook hier dat reclamanto bij aankoop of onteigening van haar voor de uitvoering van het uitbreidingsplan benodigde grond schade loos zal worden gesteld. Wij stellen U daarom voor: 1de bezwaren van de Kinderen Van Dongen en de N.V. Huybregts ongegrond te verklaren; 2. in te trekken met ingang van de dag waarop het uitbreidingsplan "Molen eind straat e.o." rechtskracht zal hebben verkregen; a. het op de tekening no. 30260 in groene kleur aangegeven gedeelte van het "uitbreidingsplan in hoofdzaak 1961vastgesteld door Uw raad bij besluit van 16 augustus 1961 en goedgekeurd door gedeputeer de staten van Woord-Brabant bij besluit van 14 november 1962, G.no. 3801 b. het op de tekening no. 30260 in rose kleur aangegeven gedeelte van het uitbreidingsplan in onderdelen "omgeving Heusdenhout", vastgesteld door de raad van de gemeente Nieuw-Ginneken bij besluit van 30 juni 1948 en goedgekeurd bij besluit van gedeputeerde staten van Noord- Brabant van 13 juli 1949, G.no. 10582; 3. vast te stellen het uitbreidingsplan in onderdelen "Moleneindstraat e.o." overeenkomstig de plankaartno. 33262 met de daarbijbehorende bebouwings voorschriften en toelichting; 4. ons te machtigen: a. om enig onderdeel van de grens, de richting of het profiel van een straat nader vast te stellen en dienovereenkomstig de vorm der bouwblokken te wijzigen, wanneer bij definitieve uitmeting blijkt, dat enige afwijking van ondergeschikte betekenis tot aanpassing van het uitbreidingsplan aan het terrein of het bouwplan noodzakelijk is; b. reclamanten in kennis te stellen van hetgeen Uw raad ten aanzien van hun bezwaarschriften heeft overwogen en beslist; 5« de schadevergoedingsverordening voor de gemeente Breda op dit uitbrei dingsplan van toepassing te verklaren. Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U nog worden medegedeeld. Burgemeester en wethouders van Breda, R.Geuljans burgemeester Van Woensel secretaris

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 609