gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 6 der agenda Bijlagen 1963 no. 373 5 september 1963 V/12380 Mededeling van burgemeester en wethouders naar aanleiding van de beslissing van de juridische commissie ingevolge de schade-vergoedingsverorde- ning dat het verzoekschrift van Chr.v.d.Genugten om schadevergoeding in behandeling moet worden genomen In de raadzaal ligt voor U ter inzage de op 22 juli jl. ontvangen beslissing van de juridische commissie ingevolge de schadevergoedingsverordening, in houdende dat het verzoekschrift van Chr.v.d.Genugten om toekenning van een schadeloosstelling ad 45.000,- krachtens de bepalingen van die verordening, in behandeling moet worden genomen. De voorgeschiedenis zij hier in het kort nog eens herhaald. Uw raad besloot op 11 juli 1962 voormeld verzoek buiten behandeling te laten. Verzoeker heeft toen mededeling gedaan van zijn voornemen tegen dit besluit in beroep te gaan, waarna Uw raad een uit drie personen bestaande juridische commissie, onder voorzitterschap van Dr, J.W.EToteboom, heeft aangeprezen. Bij d„eze commissie is Chr.v.d-.Genugten vervolgens in beroep gegaan. De commissie is van oordeel dat verzoeker onevenredige schade heeft geleden, alsmede dat cr oorzakelijk verband bestaat tussen de schade en de na de bouw van het pand- Mr.Dr.Frederiksstraat 12-12a getroffen stcdebouwkundige rege lingen en de stichting van het trafohuis. Tot deze mening is zij gekomen op grond van een alsnog door accountant J.M. van Gooi overgelegd rapport waarin de achteruitgang van de omzet in de de tailhandel van betrokkene wordt geconstateerd, haar eigen waarneming van de situatie ter plaatse en het taxaticrapport van do makelaar-taxateur J.Lous met betrokking tot de verkoopwaarde van het pand. Van Gooi voornoemd heeft zijn gegevens gehaald uit de door hem sedert 1956 gecontroleerde admini stratie van zijn cliënt. Voor d_e niet uit de boekhouding blijkende split sing in inkomsten uit de straathandel en de halverkopen is hij afgegaan op een taxatie van v.d.Gonugten zelf. De thans voort te zetten procedure als voorgeschreven in de schadevergoo- dingsvorordening ziet er in grote lijnen als volgt uit. Na de beslissing dat een verzoek in behandeling moet worden genomen wordt aan een commissie van drie deskundigen (schadebcoordolingscommissio)van wie dén te be noemen door ons college, dén door belanghebbende en de dorde door deze beiden tezamen, opgedragen ter zake van het verzoek om schadevergoeding, advies uit te brengen aan Uw raad. Deze commissie staat in haar beoorde ling vrij ten opzichte van de zienswijze van genoemde juridische commissie en moet - indien zij van oordeel is dat onevenredige schade wordt geleden - o.a. ook rekening houden met d_e toekomstige baat als gevolg van de herziening van het wederopbouwplan Mr.Dr.Frederiksstraat.' liet rapport der commissie, waarvan elke partij de helft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 610