gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. volgno. 33 der agenda Bijlagen 1963 no. 36 15 januari 1963 B.S./607 Voorstel van Burgemeester en wethouders tot vast stelling van het presentiegeld voor leden en plaatsvervangende leden van stembureaus. Bij besluit van Uw raad van 14 februari 1962 werd het presentiegeld voor de leden en plaatsvervangende leden van de stembureaus vastgesteld op res pectievelijk 15»- en 7,50. Daarnaast werd per stembureau een verteringsgeld van ƒ10,- beschikbaar ge steld. De vergoeding voor de leden en plaatsvervangende leden is in de huidige tijdsomstandigheden aan de lage kant te achten. Het verteringsgeld blijkt vaak niet te worden besteed voor het doel waar voor het beschikbaar is gesteld. Sommige bureaus verdelen het geld alleen onder de leden. Anderen laten ook de plaatsvervangende leden meedelen enz.. Het komt ons daarom billijker en eenvoudiger voor het presentiegeld voor de leden van de stembureaus vast te stellen op 25,-, terwijl zulks voor de plaatsvervangende leden, die in principe tijdens de middagpauze van de leden en des avonds vanaf 7 uur bij het vaststellen van de uitslag, hun diensten verlenen, 12,50 zou kunnen bedragen, en het verteringsgeld te doen vervallen. Het presentiegeld is dan zodanig, dat ieder zelf de verteringen, die hij wenst te maken, kan betalen. Aangezien ingevolge artikel 23, derde lid der kieswet het presentiegeld voor de leden en de plaatsvervangende leden van de stembureaus door U wordt vastgesteld, geven wij U in overweging te besluiten de hiervorenvermelde regeling vast te stellen. Burgemeester en wethouders van Breda, R.Geuljans burgemeester. Van ..oensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 63