gemeente Breda no. 404 aan de raad der gemeente Breda. volgno. 2o der agenda Bijlagen 1963 9 oktober 1963 IZ/11354 Antwoorden op door raadsleden gestelde vragen. VRAAG De heer Mendes deelt mede, dat bij de Teteringenstraat het verkeer naar Rot terdam volgens de daar ter plaatse staande verkeersborden de Uilhelminasingel moet volgen. Bij de St. Joseph-kerk wordt dit verkeer volgens de bewegwijze ring via de Academiesingel geleid. Wat de afstand betreft zal dit wel juist zijn. Anderzijds is er een verkeerstechnisch knelpunt aan het einde van de Academiesingel bij de brug, terwijl de route over de Wilhelminasingel boven dien nog door verkeerslichten is beveiligd. Hij verzoekt aan burgemeester en wethouders maatregelen te nemen om de borden aan de St.Joseph-kerk te wijzi gen, zodat al het verkeer in de richting Rotterdam via de Wilhelminasingel wordt geleid. ANTWOORD De nieuwe bewegwijzering in de omgeving van de spoorwegtunnel heeft enige vertraging ondervonden. In Uw vergadering van 19 juni 1963 is nog een aanvullend krediet voor deze bewegwijzering beschikbaar gesteld. Het ligt inderdaad in de bedoeling de grote verkeersstroom in de richting Rotterdam te leiden via de Cl.Prinsenlaan - Wilhelminasingel - Boeimeersingel enz.. Verkeer met deze bestemming uit de richting Tilburg wordt naar deze route verwezen via de oprit van rijksweg no. 27 bij het viaduct over de Til- burgseweg. De route in de richting Rotterdam via Terheijden zal voor de individuele automobilist worden aangeduid door wegwijzers nabij de Bossche- en Maurits- brug. De goedkeuring van gedeputeerde staten van het beschikbaar gestelde aanvul lende krediet is inmiddels ontvangen. Met de A.N.W.B. is contact opgenomen over een spoedige plaatsing van de nieuwe wegwijzers. VRAAG De heer Spanjer. In de van Rijckevorselstraat naast perceel 51 tegenover het openbaar slachthuis ligt een afgesloten terrein dat blijkbaar in gebruik is bij de N.C.B. en waarop zich o.a. varkensstallen bevinden. De hiervan afkomende mest wordt op dit terrein gedeponeerd aan de straat zijde en blijft daar dan geruime tijd liggen. Mij is bekend, dat verschil lende omwonenden zich in het verleden reeds een of meermalen tot de N.C.B. hebben gewend om deze mest spoediger te doen verwijderen of een betere oplossing te bewerkstelligen. Htm bezwaar tegen de huidige gang van zaken is n.l. hierin gelegen dat de onaangename geuren hiervan vooral bij warme dagen in hun nabijgelegen wo ningen merkbaar zijn. Dit bezwaar zou ik nog wiïbn ondersteunen met de opmerking, dat deze mest- ophoping een voortplantingsbron is voor vliegend ongedierte en derhalve schadelijk voor de gezondheid genoemd kan worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 660