»nte Breda
VERBETERD EXEMPLAAR
bij volgno. 13 der agenda
De raad der gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 oktober 1963
(bijlage 110. 415);
overwegende dat wijziging van de bestaande subsidieregeling noodzakelijk
is om het de Bredase muziekverenigingen mogelijk te maken zich in het ge
heel van het culturele leven van de gemeente te handhaven tot verdere ont
plooiing te komen;
besluit:
I. in te trekken de bij de raadsbosluiten van 7 december 1954 (bijlage no.
622) en van 4 januari 1956 (bijlage no, 28) vastgestelde regelingen tot
het verlenen van subsidies aan muziekverenigingen;
*11. vast te stellen de navolgende
Regeling tot het verlenen van subsidies ten behoeve van muziekvereni
gingen.
Artikel 1
Onder muziekverenigingen worden verstaan de in Breda gevestigde harmonie-
en fanfare-gezelschappen, aangesloten bij een van de landelijke federaties.
Artikel 2
1De muziekverenigingen ontvangen jaarlijks een subsidie, afhankelijk van
de indeling van de verenigingen door een van de landelijke federaties in
de verschillende afdelingen, op basis van het volgende schema:
4e, 3e en 2e afdeling 550,- 1($> van de eigen inkomsten
1e afdeling 750,- 1(#>
afd.uitmuntendheid 950,- 10^
Ere-af deling 1 .150,- 100b
superieure of vaandel
afdeling 1.600,- 1(?fc
2. Voor bijzondere met de harmonie- en fanfaremuziek samenhangende doel
einden is bovendien een bedrag beschikbaar waarvan de grootte jaarlijks
bij de begroting wordt vastgesteld en zoals nader geregeld in artikel
5, lid 1
3. Onder de eigen inkomsten worden niet begrepen bedrijfsbijdragen, rente,
subsidies en nader door burgemeester en wethouders aan te merken posten,
4. De basisbedragen genoemd in lid 1 zijn bestemmingssubsidies voor instru
menten en uniformen. In de jaarstukken dient dus een bedrag, dat tenmin
ste gelijk is aan het vast subsidie, terug te komen als aankoop, aflossing,
afschrijving of fonds voor instrumenten en uniformen.
Artikel 3
De in artikel 2 genoemde subsidies worden verleend, indien aan de voorvraar-
den wordt voldaan, zoals geregeld in de artikelen 4, 5 en 6.