bij volgno. 13 der agenda
-2-
Artikel 4
1Een muziekvereniging dient elke drie jaar minstens één maal deel te ne
men aan een concours van een der landelijke federaties. Ter vaststelling
van de afdeling waarin de vereniging tijdens federaties wordt ingedeeld
en naar welke indeling het subsidie als in artikel 2 lid 1 wordt bepaald,
2, Indien door een vereniging aan de in lid 1 vermelde voorwaarde niet
wordt voldaan, wordt zij ieder jaar op basis van een lagere afdeling
gesubsidieerd, totdat de subsidiëring geheel wordt gestaakt, dan wel
wederom een concours wordt bezocht.
Het subsidie voor verenigingen uit de 2e, 3e en 4e afdeling wordt bij
niet voldoening aan de onder lid 1 genoemde voorwaarde elk jaar met
25/i omlaag gebracht.
3Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de onder lid
1 vermelde voorwaarde,
4, Verandering van afdeling werkt hetzelfde jaar door in de subsidieschaal.
5, De in lid 1 genoemde periode begint te lopen met ingang van het jaar,
waarover een vereniging voor het eerst op basis van deze regeling wordt
gesubsidieerd.
Artikel 5
Door het aanvaarden van gemeentesubsidie verplichten de muziekverenigingen
zich jaarlijks het volgend aantal speelbeurten te vervullen, een en ander
onder regelend toezicht van het dagelijks bestuur van de federatie van Bre
dase muziekverenigingen, dat ook bevoegd is ontheffing te verlenen:
verenigingen uit de 4e, 3e en 2e afdeling: 1 speelbeurt
verenigingen uit de 1 e afdeling: 2 speelbeurten
verenigingen uit afdeling uitmuntendheid,
ere-afdeling en superieure of vaandel
afdeling: 3 speelbeurten.
Artikel 6
1De muziekgezelschappen doen jaarlijks voor 1 april de financiële jaar
stukken en een jaarverslag toekomen aan burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de jaarcijfers een model vast
stellen.
2. Het jaarverslag dient melding te naken van de bestuurssamenstelling,
het aantal werkende leden, de samenstelling en instrumentenbezetting
van het korps c.q. de korpsen, de activiteiten en andere vermeldens
waardige feiten.
3. De subsidie-afrekening vindt plaats op basis van de ingezonden jaar
stukken. Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verstrekken.
Artikel 7
1Het onder artikel 2 lid 2 bedoelde bedrag wordt door de federatie van
Bredase muziekverenigingen in de regel als volgt verdeeld:
Voor speelbeurten bij gelegenheid van nationale en plaatselijke ge
denkdagen 125,- per keer. Voor bijzondere speelbeurten als bv. een
taptoe kan dit bedrag worden verhoogd tot 175>-*.