gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 34 der agenda
Bijlagen 1063
no, 442
10 oktober 1963
V/16920
Voorstel van burgemeester en wethouders tot rea
lisering van een centrale wijkverwarming ten be
hoeve van het meerjarig bouwplan in het uitbrei
dingsplan "Hoge Vucht II".
In Uw vergadering van 17 juli j.l. is overeenkomstig ons voorstel» bijlagen
1963» no. 315 een voorbereidingskrediet van 100.000»- verleend voor het
ontwerpen van een plan voor centrale blokverwarming in het meerjarig bouw
plan "Hoge Vucht II".
Bij die gelegenheid en ook reeds bij de behandeling van het bouwplan zelf
heeft Uw raad te kennen gegeven deze voorziening in principe te willen
realiseren, uiteraard binnen het raam van reële mogelijkheden. Aan de voor
bereiding van het centrale verwarmingsplan is door het bouwteam in samenwer
king met het ontwerp- en adviesbureau Nepveu te Rijswijk geleidelijk verder
gewerkt, terwijl de nodige contacten met de Centrale directie van de volks
huisvesting en de bouwnijverheid zijn onderhouden. Hierbij is wel gebleken,
dat het plan een redelijke kans van slagen zou kunnen hebben.
Teneinde een basis te hebben voor de beoordeling van de in dit project
te investeren bedragen en de voor de toekomstige bewoners verschuldigde
(huur-)vergoedingen» is op verzoek van de aannemer door de N.V. Amsterdamse
Verwarmings Maatschappij een plan met begroting opgesteld, welk rapport wij
U hierbij mogen aanbieden
Dit stuk zal thans mede dienen voor toetsing van het plan aan de normen die
het rijk voor deze voorziening speciaal in woningwetwoningen, aanhoudt.
Wij achten het op grond van het dezer dagen nog te voeren overleg mogelijk,
dat staande Uw vergadering daaromtrent meer concrete mededelingen kunnen
worden gedaan.
Uitgaande van bovenvermeld plan met begroting, waarnaar wij ter beperking
van dit voorstel menen te mogen verwijzen, kunnen de financiële consequen
ties als volgt worden samengevat.
Door de gemeente zullen worden geïnvesteerd:
1e. de installatiekosten met de bouwkundige voorzieningen binnen de 728
woningwetwoningen, geraamd op een totaalbedrag van 1.129.652,-
2e. de kosten van de door de gemeente te exploiteren ketel
huizen en de terreinleidingen ad 2,220.688,-
Hierbij zij opgemerkt, dat de in de begroting opgenomen bedragen voor de
bouwkundige voorzieningen, omvattende de bouw van ketelhuizen en putten
ten behoeve van de terreinleidingenfen werkzaamheden voor de huisinstallaties,