gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 5 der agenda
Bijlagen 1963
no. 451
7 november 1963
Y/18466
Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
voeren van een rechtsgeding tot onteigening
tegen J.M.C.van der Veeken ten behoeve van de
rioolwaterafvoerleiding Breda-Hollandsch Diep
Voor de realisering van de rioolwaterafvoerleiding Breda-Hollandsch Diep en de
daarbij behorende werken is het nodig dat de gemeente Breda de beschikking
krijgt over de percelen en perceelsgedeelten genoemd in de lijst behorende
bij het koninklijk besluit van 7 november 1962, no, 22, houdende aanwijzing
van percelen tot onteigening ten algemenennutte.
De in dit koninklijk besluit genoemde percelen en perceelsgedeelten zijn in
middels eigendom van de gemeente geworden met uitzondering van die, welke
eigendom zijn van J.M.C.van der Veeken, Grintweg 4 te Prinsenbeek.
Ondanks herhaalde pogingen kan met deze geen minnelijke overeenstemming wor
den verkregen. Blijkens bijgaand rechtskundig advies van Mr.Th,H.Alkemade
is verwerving van de aan genoemde Van der Veeken in eigendom toebehorende per
celen kadastraal bekend gemeente Prinsenbeek sectie B, no. 1028 en sectie C,
nos, 14, 15 (ged.) en 9 (ged,), in totaal groot 2.21.50 ha urgent.
In verband hiermede stellen wij U voor een besluit te nemen tot het voeren
van een rechtsgeding tot onteigening tegen J.M.C.van der Veeken overeenkomstig
bijgaand concept-besluit.
In de onteigeningsprocedure zal Van der Veeken vervangende grond worden aan
geboden, welke grond destijds werd aangekocht van eigenaren, die deze grond
na het afstaan van hun grond ten behoeve van de rioolwaterafvoerleiding,
niet meer economisch konden exploiteren.
Een eventueel afwijkend advies van de afdeling voor openbare werken zal U
nog worden medegedeeld.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R.Geuljans
burgemeester
Van Woensel
secretaris