gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 17 der agenda
Bijlagen 1963
no. 465
8 november 1963
OSS/18730
Voorstel van burgemeester en wethouders met
betrekking tot de vereniging stedelijk museum
voor geschiedenis en oudheidkunde Breda.
De vereniging "stedelijk museum voor geschiedenis en oudheidkunde" te Breda
heeft ten doel het opsporen, verzamelen, rangschikken en tentoonstellen van
voorvrerpen, die in de eerste plaats betrekking hebben op de geschiedenis van
"stad en land van Breda". De vereniging werd opgericht 28 november 1902.
In december 1930 stelde de raad een krediet beschikbaar voor de verbouwing
van een gedeelte van de Boterhal. Sedertdien is het museum in de Boterhal
gehuisvest.
Sedert 1920 ontvangt de vereniging een gemeentelijk subsidie. Bij raadsbe
sluit van 14 september 1955 (bijlagen no. 497) werd het subsidie van
500,- op 4.000,- gebracht.
Bij de begrotingsbehandeling van 1962 werd dit bedrag in verband met stij
ging van exploitatiekosten en salarisverhogingen gebracht op 6.000,-.
Daarnaast ontvangt de vereniging sedert 1961 (ie begrotingswijziging) een be
drag van 2.500,- per jaar voor aankoop van kunstvoorwerpen, die voor de
gemeente van historisch belang zijn.
De Boterhal wordt door de gemeente om niet ter beschikking gesteld, ook de
exploitatiekosten van het gebouw komen voor rekening van de gemeente.
In de loop der jaren zijn bovendien diverse kosten, die eigenlijk de exploi
tatie van het museum betroffen zoals water- en elektriciteitsverbruik,
schoonmaakkosten etc., onder de exploitatiekosten van het gebouw begrepen.
De verhoging van het subsidie sedert 1955 en het feit dat een gedeelte van
de exploitatiekosten van het museum werd opgevangen onder de exploitatie
kosten van het gebouw, blijken onvoldoende de voortdurende stijging van
kosten, met name van salarissen, op te vangen. Hot bestuur meent bovendien
dat het aantal uren, dat de conservator werkzaam is, van 12 op 20 uur dient
te worden gebracht.
Na bestudering van do begrotingen van het stedelijk museum voor 1963 en 1964
achten wij het wenselijk wijziging te brengen in het thans bestaande subsidie
systeem.
Het komt ons voor dat basis voor een toekomstig subsidiesysteem moet zijn
de begrotingen van de vereniging en geen jaarlijks gefixeerd subsidiebedrag.
Per percentage-subsidie in bepaalde uitgaven en inkomsten biedt geen oplos
sing, omdat de ihkomstenpost uitsluitend bestaat uit donaties en toegangs
gelden, die praktisch geen relatie meer hebben met de onvermijdelijk stij
gende exploitatiekosten. Als meest gewenste vorm van subsidiëring zien wij
dat Uw raad jaarlijks aan de hand van en door het bestuur ingediende be-