-8-
De financiering van de hoogspoorwerken elders loopt zeer uiteen, zulks mede
als gevolg van de oorzaken, die tot de werken noopten.
Globaal gesproken kan worden gesteld, dat Eindhoven zijn plannen heeft ver
wezenlijkt in het kader van de wederopbouw, derhalve met belangrijke steun
van het rijks
Tilburg zijn plannen overwegend zelf heeft gefinancieerd;
Leiden slechts 25fo der kosten behoefde op te brengen;
Delft staat voor de dekking van een onverteerbare bijdrage van 20 miljoen
gulden.
Delft verkeert dus in dezelfde positie als Breda, met dit verschil dat in
Delft de werken in uitvoering zijn met bewilliging van het rijk en gedeputeer
de staten van Zuid-Holland.
De bedoelde financiële lasten voor de gemeente, welke voortvloeien uit het tot
stand brengen van rijkswaterstaatswerken beperken zich hoofdzakelijk tot de
betaling van bijdragen in de kosten der viaducten bij de kruisingen van de
zuidelijke rondweg met de Willem van Oranjelaan en de Graaf Hendrik III-laan
en van de tunnels bij de kruisingen met de Ploegstraat en het Oranjeplein.
In deze werken participeert de gemeente voor 5Qw der kosten, waar tegenover
staat dat het viaduct ter plaatse van de kruising en aansluiting met de ver
lengde Claudius Prinsenlaan in zijn geheel door het rijk wordt bekostigd.
Verder moet nog een viaduct worden gebouwd voor de kruising van de Blauwe
Keiweg met de zuidelijke rondweg, hetwelk door de zorg van de gemeente zal
worden uitgevoerd, doch eveneens voor gelijke rekening van rijk en gemeente.
Bij de kostenverdeling als boven aangegeven wordt, behoudens ten aanzien
van het viaduct bij de Claudius Prinsenlaan, nog steeds voortgebouwd op de
in de dertiger jaren met het rijk aangegane overeenkomst inzake de aanleg
van de zuidelijke rondweg, waarin o.a. werd bepaald, dat het rijk in de
kosten van de door de gemeente te maken kunstwerken de helft zou bijdragen.
Zulks is destijds ook geschied voor een tweetal bruggen, terwijl kunstwerken
voor het kruisingsvrij maken toen nog niet op het programma stonden.
Dat de werken thans in hoofdzaak door het rijk worden tot stand gebracht,
doet aan het verdelingsprincipe eigenlijk niets af.
Voorts is het toch zo, dat de onderhavige kunstwerken onontbeerlijk zijn
voor het kruisingsvrij maken van enkele belangrijke wegen voor het lokaal ver
keer en van enkele uitvalswegen der gemeente, zodat er toch een evident be
lang voor de gemeente bij betrokken is.
Hierbij dient mede in aanmerking te worden genomen, dat de voor de gemeente
zeer belangrijke noordelijke invalsweg geheel door het rijk wordt bekostigd,
voor zover deze buiten de gemeentegrens wordt aangelegd, en voor circa l/3
gedeelte van het tracé binnen de gemeente, terwijl in de kosten van de bouw
der Charles Stulemeyerbrug in belangrijke mate door het rijk is gesubsidi
eerd en in de kosten van de aanleg der noordelijke oost-westverbinding een
bijdrage van 500.000,- is toegezegd.
Om bovenvermelde redenen achten wij een nadere kostenverdeling, die een ver
laging der lasten voor de gemeente zou betekenen, praktisch niet te berei
ken, waarbij tevens niet het risico mag worden genomen, dat de bestaande
goede verstandhouding met rijkswaterstaat zou kunnen worden verstoord.
De omvang van de garantie-uitkering uit het gemeentefonds is volledig af
hankelijk van de definitieve vaststelling van de uitkeringen uit het ge
meentefonds (nieuwe stijl) met ingang van het dienstjaar 1960.
Van de uitkeringsonderdelen is tot nu toe alleen de minst belangrijke nl.
de belastinguitkering definitief vastgesteld. De grondslagen voor de uit
kering lager onderwijs en de algemene uitkering voor het jaar 1960 moeten