4. Nieuwe provinciale belas
-10-
bedragen in miljoenen guldens
maatregelen
gemeen
ten
provin
cies
rijk
contribu-
abelen
4
4-
4-
4-
3. Nieuwe gemeentelijke belas-
tingcapaciteit met betrekking
tot onroerend goed
340,- -
-
-
340,-
tingcapaciteit in de vorm
van opcenten op de motor-
rij tuigenbelasting
-
50,-
-
50,-
5. Uitkering om de gemeenten in
staat te stellen met een ge
ringere belastingheffing te
kunnen volstaan
52,- -
-
- 52,-
-
6. Afschaffing compensatie
uitkering aan provincies
-
6,5
6,5 -
-
Totaal van (potentiële)
baten en offers
392,- 191,5
50,- 40,-
6,5 137,-
310,- 390,-
Saldo (afgerond)
4- 200
4- 10
- 130
- 80
Investerings- en financieringsbeleid
De regering wil de overheidsinvesteringen met 5/6 verminderen.
Voor de provincies, gemeenten en waterschappen wil men een vermindering met
100.000.000,- bereiken. Te bedenken valt, dat deze plannen betrekking heb
ben op zowel rendabele als onrendabele investeringen. Genoemd bedrag komt
nagenoeg overeen met 5/° der investeringen van genoemde lagere publiekrechte
lijke lichamen.
Te verwachten is derhalve, dat de invloed op het investeringsplan tot 5fc be
perkt zal blijven. De vrees, dat het plan grotendeels in luchtkastelen zal
resulteren, lijkt dan ook niet gewettigd.
Inderdaad moet worden afgewacht in hoeverre de "wet kapitaalsuitgaven pu
bliekrechtelijke lichamen" verder nog remmende werking zal uitoefenen.
Het is onmogelijk het investeringsschema 1964 tegelijk met het antwoord op
het centraal rapport uit te zenden. Wij streven ernaar dit stuk zo tijdig
mogelijk voor de openbare behandeling van de begroting aan U toe te zenden.
Met betrekking tot de vragen over de omvang van het vrijkomende bedrag aan
middelen door volledige afschrijving van oude(re) kapitaalsobjecten en
vrijvallende rente door jaarlijkse afschrijving op onrendabele investeringen
moeten wij in algemene zin vooraf het volgende stellen.
Wat betreft de ruimte door vrijvallende afschrijving op oude kapitaalsob
jecten kan worden opgemerkt, dat dit bedrag - in het totaalverband van de
cijfers - relatief gering is. Dit is een gevolg van het feit, dat de om
vang van de onrendabele investeringen in vroeger jaren (te stellen v<5<5r
1950) mede door de tijdsomstandigheden zeer beperkt is geweest. In geldsbe
dragen uitgedrukt vragen de huidige investeringen door de drastische ont
wikkeling van lonen en prijzen bovendien een veelvoud van soortgelijke voor
zieningen in vroeger jaren; de omvang van het bedrag van de vrijvallende af
schrijving is dus relatief gering.