gingen van subsidiebedragen voor zover de subsidies geheel of gedeeltelijk zijn afgestemd op de personeelskosten van de gesubsidieerde instellingen. Bij de bepaling van de compensatoire maatregelen via de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt - landelijk gezien - wel rekening gehouden met deze suppletoire personeelskosten voor de gemeenten. Of per gemeente de compensatie volledig is moet worden afgewacht en kan eerst achteraf worden geconstateerd. De aanhaling uit de pers met betrekking tot afschaffing van de gemeente classificatie is onvolledig. In de begroting 1964 van binnenlandse zaken wordt letterlijk medegedeeld; "Met betrekking tot het vraagstuk van de gemeente-classificatie moge worden "gesteld, dat met de afschaffing daarvan een bedrag van 22 miljoen gulden "zou zijn gemoeid. Het moge bekend zijn, dat dit systeem niet de sympathie van "de ondergetekende heeft. Echter, de overheid kan zich ten deze niet losmaken "van de ontwikkeling in het bedrijfsleven. Wat mogelijk is zal de ondergeteken de niet nalaten te bevorderen". Op deze volledige aanhaling menen wij niet de verwachting te kunnen baseren, dat de classificatie op korte termijn zou kunnen vervallen. De gevolgen voor de begroting 1964 van een eventuele afschaffing van de classi ficatie zijn niet concreet bekend, doch zullen van geringe omvang zijn, omdat een aanzienlijk deel van het personeel (op grond van de overgangsregeling) wordt bezoldigd naar de hoogste gemeenteklasse, terwijl de salarissen van het onder wijzend personeel en de politie (die niet onder de overgangsregeling vallen) volledig voor rekening van het rijk komen. Dus ook de consequenties van een eventuele afschaffing van de classificatie. Het verschil in grootte van de op de verschillende begrotingen opgenomen stel posten voor algemene salarismaatregelen, periodieke verhogingen en bevorde ringen wordt veroorzaakt door het verschil in basisgegevens, die aan de ra mingen van de salarissen en lonen ten grondslag liggen. Op het moment van het ontwerpen va.n de aanwijzingen voor de samenstelling en inzending van de concept-begrotingen voor het dienstjaar 1964 waren de ge bruikelijke basisgegevens voor de raming van de personeelskosten - salarissen en lonen over de maand januari 1963 - onvoldoende bekend en is er van uitge gaan dat deze gegevens ook niet tijdig voor het samenstellen van de diverse begrotingsonderdelen beschikbaar zouden komen. In verband hiermede is voor de personeelskostenramingen de aanwijzing gegeven de raming op te stellen aan de hand van de salaris- en loonstaat over de maand december 1962, waarbij dan tevens rekening moest worden gehouden met de diverse bekende personeels- mutaties(ontslag, pensionering, uitbreiding e.d,). Bij wijze van stelpost moesten daarnaast worden opgenomen de consequenties van de volgende algemene salarismaatregelen; a. fase plan Toxopeus per 1 januari 1963; b. verhoging compensatie a.o.w. per 1 januari 1963; c. doorwerking trendverhoging 1962; d. huurcompensatie in verband met huurverhoging per 1 september 1962; e. voorschot trendverhoging 1963; f. fase plan Toxopeus per 1 januari 1964; g. nog te treffen maatregelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 817