-46-
HOOFDSTUK V. VOLKSHUISVESTING
Algemeen
Het enige doeltreffende middel tot oplossing van de waarlijk omvangrijke
woningnood vormt verhoging van contingenten en produktiviteit in de woning
sector, speciaal in de sector der woningen met lage huren. In de beperkte
marge waarin wij over mogelijkheden beschikken om de woningvoorraad te ver
meerderen, spannen wij ons tot het uiterste in.
Aanwending van onze bevoegdheden op het stuk van de verdeling van woonruimte
kan niet in beslissende mate bijdragen aan de opheffing van de woningnood;
die bevoegdheden kunnen wij slechts benutten om de schaarse woonruimte zo
doelmatig en rechtvaardig mogelijk te verdelen. De z.g. verdeelsleutel vormt
meer een feitelijk gegeven (voor vormisgevallenvoor gerepatrieerden en rijks
ambtenaren etc. moeten nu eenmaal vrijkomende woningen worden gereserveerd),
dan het resultaat van belangen-afweging tussen de verschillende categorieën
woningzoekenden. Oude inschrijvingen genieten vanzelfsprekend prioriteit
boven latere inschrijvingen van gelijke urgentie; voorzover oude inschrij
vingen nog niet gehonoreerd zijn, is dit te wijten aan typische moeilijkheden,
welke aan de betrokken inschrijving inhaerent zijn.
Het maken van een differentiatie in de medische categorie heeft geen zin,
zolang slechts een gering gedeelte van diegenen, die om zeer ernstige medische
redenen behoefte aan een andere woning hebben, kan worden geholpen.
Naar de mogelijkheid om bij het bejaardentehuis in "Rüitersbos" ook enkele
afzonderlijke bejaardenflats te bouwen, wordt reeds een onderzoek ingesteld.
De daling van de woningproduktie moet uitsluitend worden geweten aan de ver
laging van de aan de gemeente Sreda toegewezen contingenten woningwet- en
premiewoningen
De gemiddelde woningproduktie over de jaren 1953 tot en met 1959 bedroeg
912 woningen, waarin begrepen is een gemiddelde van 26 woningen, gebouwd
in de ongesubsidieerde sector.
De gemiddelde contingentering over de jaren 1952 tot en met 1958 bedroeg 909
contingent-eenheden. Ter verkrijging van een betere vergelijkingsbasis zijn
in verband met de bouwtijd van de woningen, de genoemde tijdvakken 1 jaar
ten opzichte van elkaar verschoven.
De gemiddelde woningproduktie over de jaren 1960-1961 en 1962 bedroeg 797
woningen, waarin begrepen een gemiddelde van 20 woningen, welke zonder over
heidssteun werd.en gebouwd. De gemiddelde contingent ering over de jaren 1959
tot en met 1962 bedroeg 595 contingent-eenheden. Of het streefgetal van 900
woningen in de komende jaren zal kunnen worden bereikt kan thans nog niet
worden vastgesteld.
De bouwnota van minister Bogaers wekt de verwachting, dat een verruiming
van de toe te wijzen contingenten in de komende jaren mogelijk zal zijn.
Een eerste resultaat is reeds bereikt doordat het meerjarig bouwplan Hoge
Vucht als arbeidsbesparend, is aangemerkthetgeen verruiming van de contin
genten tot gevolg heeft.
Met het grondwerk ten behoeve van de 1820 woningen in Hoge Vucht II is een