-48- Verhouding huurwoningen en koopwoningen In de sector premiebouw zijn het afgelopen jaar - en worden ook naar het zich laat aanzien in het komende jaar - alleen premiebeschikkingen afge geven voor woningen, welke bestemd zijn voor de verhuur en woningen, welke bestemd zijn voor eigen bewoning. In de sector woningbouw zonder overheidssteun werden tot op heden voorname lijk woningen gebouwd, welke bestemd werden voor eigen bewoning en voor de verkoop. In de naaste toekomst zal hierin verandering komen. In het uitbreidings plan "IJpelaar:i zijn thans 138 woningen in aanbouw, welke bestemd zijn voor de verhuur, terwijl in het meerjarenplan, hetwelk in het uitbreidingsplan "Hoge Vucht" zal worden gerealiseerd, 126 woningen in de ongesubsidieerde sector zijn opgenomen, welke bestemd zijn voor de verhuur. De regeling krotopruimingspremie biedt alleen ruimer mogelijkheid ten aanzien van de uitkering van verplaatsingskostenvergoedingen aan bewoners van te arno- veren woningen. Op het tempo van de krotopruiming heeft deze regeling geen invloed, aangezien dit tempo in belangrijke mate mede wordt bepaald door de beschikbare vervan gende woonruimte voor de betrokken bewoners. Volgens de circulaire, welke de minister van volkshuisvesting en bouwnijver heid uitsluitend heeft gericht aan de hoofdingenieurs-directeur van de volles- huisvesting en de bouwnijverheid., betreffende het goedkeuringsbeleid ten aan zien van de bouw van woningen in de ongesubsidieerde sector met een aannemings som, welke - in het algemeen - 14.000,- niet mag overschrijden, worden de hoofdingenieurs-directeur gemachtigd, om bij wijze van proef in kleinere gemeenten, waar onbenutte bouwcapaciteit aanwezig is, onmiddellijk de bouw van slechts één of enkele woningen tegelijk goed te keuren met overschrijding van het aan de provincies toegewezen aantal ongesubsidieerde woningen. Bouw van een complex dezer woningen door een ondernemer is dus uitgesloten. In verband met bovenbedoelde beperking moet worden aangenomen, dat de afge kondigde regeling voor de gemeente Breda weinig of geen mogelijkheden biedt. Niettemin zullen wij aan afzonderlijke initiatiefnemers zoveel mogelijk mede werking aan de verwezenlijking van een bouwplan verlenen hoewel het niet ge makkelijk zal zijn bouwterrein voor deze woningen te vinden. Meer nog geven wij de voorkeur aan de bouw in vrije tijd van volwaardige woningen, waarvoor ons reeds een tweetal initiatieven bereikte. Om de bijdragen, die de kleine en middelgrote bouwbedrijven in het verleden hebben geleverd tot oplossing van het woningvraagstuk, ook in de toekomst te bestendigen heeft ons college reeds meerdere malen zowel bij de provin ciale- als bij de centrale directie van de volkshuisvesting en de bouwnijver heid aangedrongen om het contingent woningen in de ongesubsidieerde sector voor de gemeente Breda te vergroten. Niet alleen is ons college bereid om in de 728 woningwetwoningen van het meer jarig bouwplan Hoge Vucht centrale verwarming te bevorderen, maar het laat zich zelfs aanzien, dat het plan zeker gerealiseerd gaat worden. Uw raad heeft in deze trouwens reeds een beslissing genomen. Bedoelde verschuivingen vinden in de praktijk regelmatig plaats, doch alleen op basis van vrijwilligheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 852