-60-
H00FDSTUK VIII - §16. 0KD3RWIJS. HJISTOJ. _EN WBTBNSCHAPPBN
NIPT' YaLLBNDB OiTSaR DB 1 t/m 15
Algemeen
Bnige maanden geleden hebben wij de directeur van het cultureel centrum De
Beyerd. verzocht regelmatig zijn gedachten te laten gaan over de aankoop van
bestaand werk en het verlenen van opdrachten, en ons voorstellen te d.oen
betreffende de stadsverfraaiing en decoratieve aankleding van gebouwen.
Over enige tijd. hopen wij U nader te informeren over de verdere beleids
lijn in deze alsmede over de financiële mogelijkheden.
De statuten van de stichting Culturele Werkgemeenschap zijn vastgesteld
in de raadsvergadering van 15 mei 1957. Krachtens deze statuten wordt de
meerderheid van de bestuursled_en, waaronder de voorzitter, op onze voor
dracht benoemd door de raad. Daarenboven wordt de secretaris aangewezen
door ons college. Sedert 1958 hebben tenminste twee raadsleden deel uitge
maakt van het bestuur. Wijziging van de status ligt niet in ons voornemen.
volgno. 572.c.
Met betrekking tot de vraag of het subsid.ie aan de Stichting Breda' s Stu
diefonds van 10.000,- per jaar dient te worden verhoogd, kan worden
medegedeeld, dat ons college daartoe om de navolgende redenen vooralsnog
geen aanleiding aanwezig acht;
a. Tengevolge van regelmatige terugbetalingen van in het verleden verleen
de renteloze voorschotten is het jaarlijkse bedrag aan liquide middelen
niet beperkt tot 10.000,-? voor het cursusjaar 1963/1964 had de stich
ting Breda's Studiefonds bijvoorbeeld de beschikking over circa
16.300,-;
b. het subsidiebedrag van 10.000,- heeft tot op hed.en nimmer aanleiding
gegeven tot afwijzing van verzoeken, die op zichzelf ingewilligd zoud.en
kunnen worden;
c. vooral in de sectoren hoger onderwijs en kweekschoolonderwijs word.en
door het Rijk en de stichting Noord-Brabants Studiefonds in ruime mate
studietoelagen verleend.
Het fonds heeft geen andere middelen ter beschikking dan het subsidie van
de gemeente Breda. In vorenstaande zien wij vooralsnog geen aanleiding er
bij andere instanties, zoals de bedrijven, op aan te dringen aan het fonds
een ruimere opzet te geven; waarmee niet gezegd wil worden, dat een vrij
willige storting in het fonds ons niet welkom zou zijn.
Tot op heden is door het bestuur van de Stichting Breda's Studiefonds en
ons college het standpunt ingenomen, dat het verlenen van studietoelagen
beperkt dient te blijven tot het verlenen van renteloze voorschotten; indien
na afloop van de studie zou blijken, dat terugbetaling van een renteloos
voorschot op moeilijkheden stuit, kan alsdan worden nagegaan in hoeverre
er aanleiding bestaat, een verleend renteloos voorschot geheel of ten dele
om te zetten in een bijdrage h fonds perdu.
Omtrent de te volgen gedragslijn met betrekking tot het verlenen van rente
loze voorschotten of bijdragen h fonds perdu wordt door de gemeentelijke
studiefondsen in deze provincie nauw overleg gepleegd, met de Stichting
Noord-Brabants-studiefonds