-67- samenwerking alle vragen meteen beantwoord zouden leunnen worden. Vergeten mag bovendien niet worden dat elke activiteit, die op liet terrein van het open bejaardenwerk wordt ontplooid, uit haar aard een sterk experimenteel karakter zal dragen. Het is voor discussie vatbaar of op gebieden, waar menselijk welzijn en geluk de inzet zijn, al te veel experimenten tegelijk ontwikkeld mogen worden. Het experiment tot verruiming van de huishoudelijke hulp aan oejaarden, dat met medeweten van de beide gezinszorginstellingen door de gemeentelijke dienst voor sociale zaken is ondernomen, heeft-hoewel het wellicht niet geheel aan de hooggespannen verwachtingen heeft voldaan -, per saldo toch geen onbevredigend verloop gehad. Per 15 oktober 1963 waren in 93 gezinnen van bejaarden 87 bejaardenhulpen werkzaam. Ontegenzeglijk profiteren thans diverse tientallen Bredase bejaarden van mogelijkheden die 1-g- jaar geleden nog niet voorhanden waren. Het ligt in de bedoeling de experimentele fase in deze hulpverlening over enige maanden af te sluiten door overdracht van de werkzaam heden aan d.e beide gezinszorginstellingen gezamenlijk. Andere punten, waarmede de commissie zich in de afgelopen tijd heeft beziggehouden, waren o.a.s a. haar eigen status. Teneinde meer stootkracht te krijgen leek het gewenst de samenwerking hechter te organiseren; de vorming van een stichting, waar in de commissie zal opgaan, is in voorbereiding; b. d_e wenselijkheid van doelgerichte onderzoekingen naar behoeften, die dienen uit te monden in en gepaard te gaan met het entameren van activiteiten in de wijk; hiertoe werden contacten met een deskundig instituut gelegd; c. de mogelijkheid van de oprichting van een medische consultatieve dienst voor bejaarden; ook op dit punt zijn voorbereidingen gaande, onder patro nage van een bekende instelling voor bejaardenzorg hier ter stede; d. verkeersvoorlichting aan bejaarden, op welk terrein reeds enige proeven werden genomen. De indruk dat er bij de diverse bejaardentehuizen, met name de nieuwe, aan zienlijke wachtlijsten bestaan, lijkt ons juist, Een verscherpt en concreet inzicht op grond van analyses is nog niet aanwezig. Het lijkt ons op dit moment tot op zekere hoogte overbodig tot dergelijke analyses over te gaan, omdat wij er van overtuigd zijn dat de bestaande plan nen tot bouw of verbouwing van bejaardentehuizen c.a. in onze gemeente (Lau- rentiusbouwvereniging, huize "De Breedonk", huize Ruitersbos-serviceflats, huize Lucia- chronisch dementen) zonder gevaar voor leegstand kunnen worden gerealiseerd. Reeds in de bejaardennota 1960 hebben wij ons in deze zin uitgelaten. Niettemin zullen wij ons in de komende tijd, met inschakeling van de commis sie van overleg inzake bejaardenzorg, opnieuw nader gaan bezinnen op de ge hele problematiek van de bejaardenhuisvesting, inclusief de zelfstandige bejaardenwoningen Zoals bekend zal zijn, zal de "wet op de bejaardenoorden" per 1 januari 1964 volledig in werking treden. Per 1 mei jl. is deze wet gedeeltelijk in werking getreden, voor zover de artikelen namelijk betrekking hebben op de aangifte en registratie. De wet gaat uit van een zelfstandige bevoegdheid van de provinciale besturen ten aanzien van het toezicht op de bejaarden oorden. Er worden provinciale commissies gevormd, die speciaal met dit toezicht belast zullen worden. Zijn wij goed geïnformeerd, dan is in deze provincie de commissie samengesteld. Het toezicht op de bejaardenoorden is in deze wet vrijwel uitputtend geregeld. Wij zullen de ontwikkeling nauw lettend volgen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 871