-2- komen door te berekenen, ongeacht of de afnemer de gemeente is of een parti culier. Het is daarom juist geweest, dat met ingang van 1957 ter zake van de kosten van de openbare verlichting een volledige verrekening op kostprijs basis met de algemene dienst is ingevoerd, De algemene dienst heeft dan toch de profijten van haar gemeentebedrijf, omdat ware de exploitatie in particu liere hand, boven de kostprijs uiteraard een winst berekend zou worden. Waarom nu de klok teruggezet wordt is niet duidelijk en komt in de toelich ting onvoldoende naar voren. Consequent is het ook niet, omdat de beheerskosten wel doorberekend worden. Bovendien wordt nog een andere onjuistheid begaan. Wat voor winst een bedrijf oplevert hangt af van de exploitatieuitkomst. In dit geval wordt echter bij voorbaat een nog niet gemaakte winst vastgesteld en gefixeerd om aan de alge mene dienst te betalen n.l. 2,50 per inwoner. De omstandigheid, dat de finan ciële uitkomsten van de nustbedrijven in achtereenvolgende jaren zeer verschil lend kunnen zijn maakt het voorstel zo het thans voorligt niet acceptabel. 1In de nota van aanbieding wordt gesteld dat door het inbrengen van de straat- verlichtingskosten in de exploitatie van de nutsbedrijven een ontlasting van de algemene dienst wordt verkregen van 219.000,-. Heeft deze maatregel wel het beoogde effect, daar hier toch slechts sprake is van lagere kosten van de algemene dienst ten koste van een dienovereenkomstige verlaging van de winstuitkering der nutsbedrijven? 2. In de begroting voor 1963 werd onder volgnummer 140 702.048,- voor straat verlichting opgevoerd. Hoe komt het dat de winstuitkering van de nutsbe drijven slechts 483.000,- lager wordt begroot dan vorig jaar, in plaats van 702.000,- lager, hetgeen een verschil maakt van 219-000,-. 3. Bestaat er verband tussen de 219.000,- genoemd onder 1 en de 219.000,- genoemd onder 2, en zo ja, welk verband? 4. Welke motieven hebben destijds gegolden om met ingang van 1957 de kosten van de openbare verlichting volledig op kostprijsbasis te verrekenen met de algemene dienst? Ten aanzien van de maatregelen welke moeten worden getroffen om tot een slui tende begroting te geraken is bij enkele leden de vraag gerezen, of de door Uw college voorgestelde maatregelen onder B op blz. 2 van de nota van aanbie ding, niet het gevaar dreigt, dat de kosten van de openbare verlichting ten slotte ten laste van de afnemers van gas, water en licht gaan komen, Zal het feit dat de straatverlichtingskosten thans geheel in de bedrijfsexploi- tatie van deze bedrijven wordt ingebracht er niet toe leiden dat binnen enkele jaren de tarieven hiervan verhoogd zullen worden, of ligt het in de bedoeling dan de bijdrage aan de algemene dienst te verlagen? C. Het achterwege laten van de onverplichte reservering winst woningbedrijf A Hier rijst de vraag of de bestaande reservering ter zake van de exploitatie van de vóór 1945 gebouwde woningen enz. onaangetast blijft. Wat voor een be drag blijft er aldus staan als reserve? Wat is de bestemming van deze reservepost? Hoeveel bedraagt dit reservefonds thans? Heeft deze maatregel ook betrekking op woningwetwoningen? D. Verhoging rioolrecht grote vervuilers Het stemt tot voldoening, dat een sluitende begroting kon worden opgesteld. Hoewel het te betreuren valtdat dit voor de industriële sector een verzwa ring van lasten moet betekenen, lijkt de toelichting op het betreffende voor stel alleszins verantwoord.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 878