-4-
leningen op termijn, en voorfinanciering met kasgeld,
i?aldi-reserve en stand van andere reserves
In de jaren 1957 tot en met I960 zijn in de respectievelijkbegrotingen en
rekeningen tot uitdrukking gebracht de zogenaamde potentiële kapitaalslas-
ten (rente en afschrijving over door gedeputeerde staten goedgekeurde doch
nog niet of slechts gedeeltelijk uitgevoerde kapitaalswerken)De verant
woorde afschrijvingsbestanddelen zijn, naar gelang van het gereedkomen van
het werk, op de boekwaarde van de projecten in mindering gebracht. Het
rentebestanddeel is in de loop van deze jaren gereserveerd. Deze reserve
is in feite aan te merken als saldi-reserve¥as dit systeem in de genoemde
jaren niet toegepast, dan zouden de rekeningsresultaten (en dus ook de
stortingen in de saldi-reserve) hoger zijn geweest.
De, op grond van het gestelde in de nota van aanbieding op pagina 8, laatste
alinea, getrokken conclusie dat een reserve van 8.250.OCX),- wordt gevormd
is niet juist. De reserves tot het genoemde bedrag zijn reeds aanwezig, doch
de mogelijkheid tot vrije beschikking hierover wordt teniet gedaan door het
feit, dat de met deze reservemiddelen jaarlijks te kweken rente als dekkings
middel wordt gebruikt in de algemene dienst.
Het ingang van het dienstjaar 1963.wordt - in een periode van 4 jaar - de
beschikking over de rente ten bate van de algemene dienst achtervrege gela
ten. Vanaf 1966 is dan het genoemde bedrag aan reserves ter vrije beschik
king zonder consequenties voor de algemene dienst.
Vergelijking begrotingen I965 en 1964
Lonen en salarissen
De stijging van de post salarissen en lonen inclusief sociale lasten is
inderdaad sterk, doch dit is voor een belangrijk deel het gevolg van alge
mene salarismaatregelen, waarvan de lasten worden gecompenseerd via de uit
keringen uit het gemeentefonds. Alleen voor de hogere personeelskosten van
de rendabele bedrijven wordt geen compensatie ontvangen. Deze hogere lasten
moeten worden ge de let in de bedrijfsexploitatie
Wat de algemene maatregelen betreft zien wij nog geen reden tot veront
rusting
Voor zover de stijging van dit kostenonderdeel een gevolg is van uitbrei
ding van personeel moet overwogen worden, dat door de groei van de gemeente
en de uitbreiding van de taaie het gemeentelijk apparaat moet worden aange
past.
Zonder concrete aanduiding van het onderdeel van het gemeentelijk apparaat
waar de personeelskosten aanleiding zouden geven tot verontrusting, kunnen
wij deze conclusie niet onderzoeken.
Artikel 183, 9e alinea, van de gemeentewet luidt; "De bezoldiging van ambte
naren van den burgerlijken stand wordt door gedeputeerde staten, nadat de
raad is gehoord, onder Onze goedkeuring geregeld"
Ter uitvoering van genoemd artikel is in artikel 4 van het bezoldigings
besluit ambtenaren van de burgerlijke stand de bezoldiging van de ambte
naar van de burgerlijke stand door gedeputeerde staten geregeld.
ÏJadat wijzigingsbesluiten door gedeputeerde staten zijn vastgesteld, wordt
de bezoldiging van de betrokken ambtenaar van de burgerlijke stand daarmede
in overeenstemming gebracht.
Op de uitgavenpost volgno. 86 wordt door administratieve overboeking het als
bezoldiging als ambtenaar van de burgerlijke stand aan te merken deel van
het salaris van de betreffende secretarie-ambtenaar afzonderlijk tot uit-