bij volgno. 3 der agenda 3. Het bepaalde in lid 1 onder e, geldt niet met betrekking tot het doen of laten staan van voer tuigen, terwijl daaraan geringe herstel- of onder houdswerkzaamheden worden verricht, door of van wege iemand, die er zijn bedrijf of nevenbedrijf van maakt voertuigen te herstellen of te stallen. Artikel 20a 1 Het is verboden, zonder vergunning van burgemees- Het weren van ter en wethouders, op de weg voertuigen te doen of parkeerezeessen te laten staan; a. met het kennelijk doel deze te verhandelen of te huur aan te bieden, zulks voor zover die voertuigen deel uitmaken van de handelsvoorraad van hem of haar, die een beroep of gewoonte maakt van het verhandelen of verhuren van voertuigen; b. met het kennelijk doel door middel daarvan reclame te maken. 2. Het is verboden, zonder vergunning van burgemeester en wethouders, op de weg niet-rijklare voertuigen langer dan twee dagen te doen of te laten staan. 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "weg" en "voertuig" verstaan hetgeen daaronder in de wegen verkeerswet, onderscheidenlijk het wegenverkeers reglement wordt verstaan. 4. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet, voor zover de verordening landschapsschoon Woord-Bra bant 1950 van toepassing is —3— Artikel 2Qa 1 Het is verboden, zonder vergunning van burgemeester en wethoudersop de weg voertuigen te doen of te laten staan; a. idem. bidem c. terwijl daaraan andere dan geringe herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht door of vanwege iemand, die er zijn bediljf of neven- bedrijf van maakt voertuigen te herstellen of te stallen. 2. Idem. 3. Idem. 4. Idem.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1963 | | pagina 936