gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
volgno. 5 der agenda
Bijlagen 1963
n». 497
27 november 1963
AZ/19781
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming van leden en plaatsvervangende leden
van de commissie ex artikel 8, 1e lid, van
de woonruimtewet 1 947
Ieder jaar vd<5r of op 31 december dient Uw raad een commissie, als bedoeld
in artikel 8, 1e lid, van de woonruimtewet 1947, te benoemen.
De commissie, die thans zitting heeft, is als volgt samengesteld:
mevrouw W.M.AEsser-Bsser en de heren W.H.P. van Oosterhout, A.J.A. Rat-
tink, C.A.H. van Swol en B. Verhagen. e en
Mevrouw A..W.M. 3oosman-Ponkert en de heer Ant.J.Verhaeren plaatsvervangende
leden
De hiervoor vermelde leden en plaatsvervangende leden hebben ons laten
weten, dat zij een eventuele herbenoeming zullen accepteren.
In verband met het voorgaande stellen wij Uw raad voor hen voor het jaar 1964
te herbenoemen.
Uw raad dient tevens over te gaan tot benoeming van een plaatsvervangend lid
van voormelde commissie ter voorziening in de vacature, die als gevolg van
het overlijden van de heer Th. Steinmetz is ontstaan. Het te benoemen plaats
vervangende lid moet ingezetene der gemeente zijn en dient te beschikken over
sociale deskundigheid op woninggebied.
Wij mogen U voorstellen ter voorziening in de vacature Steinmetz de heer
C.A. van Duijl, wonende Hooghout no. 126 te Breda, voor het jaar 1964 tot
plaatsvervangend lid van voormelde commissie te benoemen. De heer Van Duijl
heeft desgevraagd verklaard een eventuele benoeming als zodanig te zullen
accepteren.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R. Geuljans burgemeester.
Van Woensel
secretaris.