gemeente Breda
STATUTEN STICHTING BK J.-AKDEMERK
Naam en zetel
Artikel 1
De sticiiiing draagt de naam: stichting bejaardenwerk. Zij is gevestigd te
Breda.
Doel
Artikel 2
1De stichting stelt zich ten doel het bevorderen van doeltreffend bejaarden-
werk, in de ruimste zin des woords, in de gemeente Breda.
2. Zij fungeert als orgaan van samenwerking en overleg ter bevordering van de
coördinatie op het terrein van het bejaardenwerk.
Artikel 3
De stichting 'racht haar doel te bereiken door:
a. het bestuderen of doen bestuderen van alle aspecten van het bejaardenvraag-
stuk, het verzamelen of doen verzamelen van alle gegevens daartoe en het
uitgeven van geschriften;
b. het uitbrengen van adviezen, hetzij op verzoek, hetzij uit eigen beweging,
aan organisaties en overheid;
c. het nemen van initiatieven ter voorziening in leemten, zo mogelijk on bij
voorkeur door inschakeling van bestaande organisaties;
d. het geven van voorlichting over en het wekken van belangstelling voor het
bejaardenwerk;
e. het stimuleren van werkelijke en levende communica.tie tussen de bejaarden
en de plaatselijke gemeenschap en haar onderdelen;
f. alle andere wettige middelen, die zij ter bereiking van haar doel gewenst
acht.
Middelen
Artikel 4
De middelen der stichting bestaan uit subsidies, andere bijdragen, giften,
legaten, erfstellingen, welke alleen onder het voorrecht van boedelbeschrij
ving mogen worden aanvaard, en andere baten.
Bestuur
Artikel 5
1Elk van de navolgende organisaties en instanties heeft het recht een lid
in het bestuur van de stichting aan te wijzen:
a. de stichting katholiek sociaal centrum Breda;
b. de commissie kerkelijke gezinszorg te Breda, Ginneken en Princenhage;
c. de stichting katholieke maatschappelijke gezinszorg Breda;
d. de vereniging "Het Wit Gele Kruis"Breda;
e. de vereniging "Het Groene Kruis" voor Breda e.o.
f. de katholieke bond van bejaarden en gepensioneerden, afd. Breda;
g. de algemene bond van bejaarden, afd. Breda;
h. de stichting Bredase protestantse bejaarden.
2. Voorts hebben het recht aan te wijzen:
a, het college van burgemeester en wethouders van Breda minimaal drie,
maximaal vijf leden;
b. de gezamenlijke niet winst beogende bejaardenoorden te Breda twee
leden.
