bij volgno. 15 cLer agenda
-2-
onderling overleg met de beide groeperingen welke in Breda dit onderwijs be
hartigen, uitsluitend zal worden verzorgd door het bestuur van de stichting
Nutsscholen Breda, mag in gerede worden aangenomen - Uw raad heeft reeds
blijk gegeven in deze zienswijze te delen - dat voor de nieuw te stichten
school voldoende belangstelling zal bestaan.
De nieuw te stichten school, welke 6 les- en 1 vaklokaal, zal gaan omvat
ten, zal - rekening houdende met de volledige doorvoering van de verlaging
der leerlingenschaal - plaatsruimte kunnen bieden aan 161 tot 195 leer
lingen
Met een beroep op hetgeen bij het koninklijk besluit van 10 maart 1949,
no. 7 (en ook bij diverse uitspraken van meer recente datum werd bevestigd)
ter zake werd beslist, kan in voorliggende kwestie genoegen worden genomen
met de door het bestuur opgestelde verklaring omtrent het te verwachten
schoolbezoek, zonder dat deze wordt gestaafd aan de hand van individuele
verklaringen van de betrokken ouders.
Ad b.
Het bestuur verklaart voordat met de bouw der school wordt aangevangen, een
bedrag, gelijkstaande met 15/& der totale stichtingskosten, in de gemeente
kas te zullen storten.
Ad c.
Het bestuur verklaart dat:
a. de te stichten school ruimte moet bieden aan 195 leerlingen;
b. maximaal 48 leerlingen per lokaal zullen worden toegelaten;
c. de te stichten school 6 klas- en 1 vaklokaal zal omvatten;
d. de school bestemd zal zijn voor het geven van gewoon lager onderwijs.
Ad d.
De verklaring van het bestuur, dat zij voor de nieuw te bouwen school is
aangesloten bij een groep bijzondere scholen, welke een commissie van beroep,
als bedoeld in artikel 89, zevende lid, der lager-onderwijswet 1920 hebben
ingesteld, is overgelegd en akkoord bevonden.