volgno. 30 der agenda
-2-
oppcrvlakte hebben dan 10 are, hetzij ingeval van rijbeplantingge
rekend over het totaal aantel rijen, niet neer bonen omvatten dan 20
en overigens allo houtopstanden, die niet behoren tot een bij het bos-
schap geregistreerde bosbouwondernening
Het is gewenst, dat Uw raad op korte termijn de bebouwde komgrens inge
volge de boswot voor deze gemeente vaststelt, omdat in de algemene
politieverordening tot dusver als zodanig de inmiddels vervallen grens
ingevolge de wegon(verkeers)wet is aangewezen. Hierdoor ontstaat on
zekerheid over de reikwijdte van de boswet en van de artikelen 100 en
101 der algemene politieverordening, waarin de gemeentelijke bevoegd
heden en verplichtingen met betrekicing tot het vellen van houtopstanden
zijn geregeld.
Aangezien het van belang is, dat het gemeentebestuur op het stuk van
houtopstanden baas is op eigen territoir, waren voor de toepassing van
de boswet als grenzen van de bebouwde kom dezer gemeente vast te stellen
de grenzen, zoals deze op een voor U in de raadzaal ter inzage gelegde
tekening zijn aangegeven, te weten de gemeentegrenzen met dien verstande,
dat de eigendommen van het staatsbosbeheer (Mastbos, Liesbos e.d.) ge
acht worden daarbuiten te vallen.
Daarom stollen wij üw raad voor te beskuiten conform het hierbij gaand
concept met de daarbij behorende, hiervoor bedoelde tekening.
Een eventueel afwijkend advies ven de commissie voor de strafverordeningen
zal U nog nader worden medegedeeld.
Zodra het te dezer zake door U te nemen besluit door gedeputeerde staten is
goedgekeurd, zullen wij U voorstellen de algemene politieverordening aan de
nieuwe toestand aan te passen door te bepalen, dat yoor de toepassing der
artikelen 100 en 101 a.p.v. als bebouwde kom geldt de ingevolge artikel 1,
lid 5f van de boswet aangewezen bebouwde kom.
Burgemeester en wethouders van Breda,
R. Geuljans, burgemeester.
Van Woensel,
secretaris.