bij bijlage nr. 499
-3-
5. Burgemeester en wethouders bepalen, naar welk percentage voor de
krachtens dit artikel verstrekte gelden rente moet worden betaald.
Artikel 12
De betalingen ten laste van de dienst geschieden uitsluitend door de
gemeente-ontvanger of de kassier na een door of vanwege de administrateur
gegeven schriftelijke en ondertekende opdracht.
De betalingsopdracht door- of vanwege de administrateur mag eerst worden ver
strekt, nadat de directeur de rekeningen en bescheiden, waarop de op
dracht betrekking heeft, voor akkoord heeft geparafeerd, ten blijke, dat
zij in orde bevonden zijn.
Artikel 13
De administrateur is verantwoordelijk voor de tijdige invordering van de
ontvangsten. Voor de ontvangsten in contanten worden getekende kwitanties
afgegeven.
Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat op door hen aan te geven
wijze wordt volstaan met de afgifte van niet-gotekende kwijtingsbewijzen.
Voor de bedragen, welke worden voldaan ten kantore van de gemeente-ont
vanger, is uitsluitend de gemeente-ontvanger tot kwijting bevoegd; in alle
overige gevallen berust de bevoegdheid tot kwijting uitsluitend bij de
administrateur, of bij een - onder verantwoordelijkheid van de administra
teur - daartoe aangewezen ambtenaar niet zijnde de kassier.
Artikel 14
De gemeente-ontvanger stort de door hem ten behoeve van de dienst ont
vangen gelden onmiddellijk in de gemeentekas.
Voor het doen van betalingen be'schikt hij zonder bevelschrift over gelden
van de gemeentekas.
Hij verantwoordt elke mutatie onverwijld in de rekening-courant met de
dienst en geeft hiervan dagelijks bericht aan de administrateur, in een
door burgemeester en wethouders aangegeven voim.
Artikel 15
De boekhouding van de dienst wordt gevoerd naar de methode van dubbel
boekhouden. De boekhouding moet zodanig zijn ingericht, dat daaruit steeds
een volledig overzicht van de bezittingen, vorderingen en schulden, als
mede een doelmatige rubricering van de baten en de lasten kunnen worden
samengesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inrichting der boekhouding
nadere voorschriften geven.
Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 16
1De directeur dient jaarlijks, voor een door burgemeester en wethouders
te bepalen datum, de ontwerp-begroting van de dienst voor het volgende
dienstjaar bij burgemeester en wethouders in. Zij wordt voor "gezien"
getekend door de administrateur.
2. De administrateur dient jaarlijks, voor een door burgemeester en
wethouders te bepalen datum, de door hem ondertekende rekening van de
dienst over het afgelopen dienstjaar bij burgemeester en wethouders in.