bij bijlage nr. 511
-2-
Ook voor deze rente verleende het college van gedeputeerde staten
toestemming tot kwijtschelding, zodat het kapitaal uit dezen hoofde
met 96,54 is afgenomen.
Samenvattend is deze post derhalve van 551,84 kapitaalwaarde op 1
januari 1964 gereduceerd tot 386,20,contant beschikbaar.
5. Voorschotten
Op 1 januari 1964 waj
gedurende het eerste
afgelost werd
oninbaar verklaard werd
het saldo
alf jaar werd verstrekt
73.878,36
4.424,43
80.838,90
63.267,67
ƒ144.106,57
78.302,79
Zodat per 1 juli 1964 het saldo 65.803,78 bedroeg.
Dit saldo zal uiteraard nog worden beïnvloed door verstrekkingen en af
lossingen in het tweede halfjaar 1964.
Bij de invordering van deze bedragen, die met geleidelijke aflossingen zal
verlopen, is rekening te houden met het feit, dat een deel oninbaar zal
blijken te zijn. Hiervoor is op de balans een reserve aanwezig (zie post 9).
Ook deze vordex-ingen gaan op de gemeente over.
6Onderhandse aeldleningen aan de gemeente
De specificatie van deze post is als volgt:
verstrekt
Ho.
oorspronkelijk saldo op
bedrag 1-1-1963 in 1963
afgelost
in 1963
(1/30)
saldo op
31-12-1963
1
3
■F
O
199.000,-
106.138,-
f -7-
6.633,-
99.505,-
2
4
1!
27.483,-
II
17.407,-
'•1
9
916,-
16.491,-
3
4
1!
10.049,-
M
6.699,-
335,-
6.364,-
4
3*
It
15.934,-
tl
11.155,-
II
531,-
10.624,-
5
II
50.889,-
II
37.321,-
51
11 1.696,-
11 35.625,-
6
f!
14.436,-
n
11.069,-
481 ,-
10.588,-
7
41/8
51
11.592,-
II
9.276,-
II
7
38b,-
8.890,-
8
4 i
II
11.978,-
II
9.978,-
11
400,-
9.578,-
9
II
14-378,-
II
12.458,-
51
480,-
11.978,-
10
1
II
14.008,-
11
12.607,-
467,-
11 12.140,-
11
4T
II
15.925,-
1!
14.865,-
530,-
11 14.335,-
12
4i
II
16.000,-
It
15.467,-
11
533,-
14.934,-
13
4m
li
17.300,-
II
17.300,-
11
577,-
16.723,-
14
4i
tl
1;
f
15.000,-
9
15.000,-
307.983,-
281.740,-
15-000,-
13.965,-
282.775,-
7. Onroerend goed
Deze post heeft betrekking op het mede-eigendcm van een stukje grond, groot
73 c.a.kadastraal bekend gemeente Princenhage sectie F, no.897. Het mede-
eigendcmsrecht werd gewaardeerd op 10,-.
Gezien de komende liquidatie van het vermogen werd onderzocht of overdracht
mogelijk was; gebleken is echter dat het mede-eigendomsrecht niet bij de in
stelling berustte, doch bij de gemeente Breda. Deze p^st was derhalve ten
onrechte op de balans opgenomen en dient te worden afgevoerd.