gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek maatschappelijk werk
Bijlage nr. 514
6 oktober 1964
OSS/17868 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verlenen van subsidie aan de stichting Bejaarden-
werk Breda.
In Uw vergadering van 4 december 1963 (bijlage nr. 502) besloot Uw raad
deel te nemen in de stichting bejaardenwerk Breda. In dit voorstel werd
een groot aantal punten genoemd, waaraan de stichting binnen het kader
van zijn doelstelling aandacht zou trillen besteden, te weten:
- de samenwerking te vergemakkelijken tussen de leden van de verschillende
particuliere organisaties en vertegenwoordigers van overheidslichamen
en het begrip te doen groeien voor de elkaar aanvullende rol van de
afzonderlijke deelnemende organen;
- de noden vast te stellen, waarin nog niet wordt voorzien;
- nieuwe of aanvullende hulp tot wegneming van deze noden te bevorderen,
gewoonlijk uitgevoerd door de deelnemende organisaties, maar soms ook
bij experimenten centraal begonnen namens hen, op basis van samenwerking;
- te trachten het elkaar overlappen van diensten te voorkomen, waar zulks
verkwisting van middelen en personeel betekent;
- bruikbare inlichtingen over de ouderdom en de hulp aan bejaarden te ver
zamelen en te verifiëren;
- te fungeren als bron van informatie voor de bejaarden zelf, voor het
publiek in het algemeen en voor de deelnemende organisaties en andere
belanghebbenden, waar het gaat over de mogelijkheden van dienstverlening
die voor de bejaarden in de gemeente beschikbaar zijn;
- bekendheid te geven aan haar eigen werk en dat van de deelnemende instel
lingen ter ondersteuning van het onder de vorige alinea genoemde, maar
ook om meer personen en instellingen te interesseren voor het geven van
persoonlijke dienstverlening of financiële bijstand;
- inlichtingen, besluiten of aanbevelingen door te spelen, waar behoefte
gevoeld wordt aan regionale of nationale actie;
- experimenten en onderzoekingen te stimuleren en (doen) beginnen;
- de kwaliteit van dienstverlening aan individuele bejaarden te verbeteren
door gezamenlijke voorlichting aan de werkers in het veld;
- het levend houden van werkelijke communicatie tussen bejaarden en de
plaatselijke gemeenschap te stimuleren;
- de bejaardentehuizen te helpen integreren in de plaatselijke gemeenschap.
Het bestuur van de stichting heeft zich tot ons college gewend met het ver
zoek te willen bevorderen dat aan de stichting een subsidie wordt toegekend
om de aanstelling van een functionaris, bejaardenconsulent, mogelijk te
maken. De verwerkelijking van de doelstelling zal namelijk naar de unanieme
mening van de stichting niet gerealiseerd kunnen worden tenzij beschikt
wordt over een functionaris. Van de bestuursleden, ook niet van de leden
ambtenaren, kan niet verwacht worden dat zij voldoende tijd aan het uit
voerende werk kunnen besteden. In de bijeenkomsten, die sedert de instelling