van de bejaardencommissie, thans stichting bejaardenwerk, hebben plaats gevonden is steeds duidelijker geworden dat beraadslagingen alleen onvoldoende effect sorteren. De taak van de functionaris wordt door de stichting als volgt omschreven: 1rechtstreeks ten behoeve van de stichting bejaardenwerk: a. het voorbereiden met de secretaris van agendapunten voor de stichting bejaardenwerk; b, het uitvoeren van hem door de stichting opgedragen werkzaamheden; 2. onderzoek, studie en advies op het terrein van bejaardenzorg; 5. documentatie en registratie; 4. a. contacten met instellingen en personen, die zich net een of meer taken op het terrein van bejaardenzorg bezig houden: bejaardenorganisaties instellingen voor bejaardenhuisvesting krui sverenigingen gezinszorginstellingen vrouwenorganisaties instellingen voor maatschappelijk werk leeszalen en bibliotheken b. contacten met de overheid; c. het verlenen van diensten aan instellingen, onder a genoemd en het verder uitbouwen van door deze instellingen verrichte werkzaamheden; 5. voorlichting b„v. door verzorging van een mededelingenblad. Bij het work van de stichting is ons college voortdurend in-direct betrokken en wij kunnen onderschrijven, dat de aanstelling van een bejaardenconsulent noodzakelijk is cm genomen besluiten uit te voeren en voorbereidende werk zaamheden te verrichten. Op basis van de door de stichting ingediende begroting stellen wij U voor aan de stichting met ingang van 1965 jaarlijks een subsidie toe te kennen, voor 1964 te bepalen op maximaal 20.000,-. Uit het ter zake gevoerde overleg met het ministerie van maatschappelijk werk meg geconclu .eerd worden dat door de gemeente in de kosten van deze functionaris een bijdrage verkregen kan worden, die geraamd wordt op 8.000,-. De overige kosten kunnen ten laste worden gebracht van volgnr. 672 van de begroting 1965. Aan het subsidie ware de voorwaarde te verbinden dat jaarlijks vóór 1 juni de begroting met toelichting wordt ingediend en binnen drie maanden na een kalenderjaar een overzicht wordt gegeven van de inkomsten en uit gaven alsmede oen verslag van de werkzaamheden zowel van de stichting als van de functionaris. Het verzoek met begroting en de begrotingswijzigingen liggen op de ge bruikelijke wijze ter visie. De afdeling voor maatschappelijk werk, sociale zaken en volksgezondheid wordt over het voorstel gehoord; een eventueel afwijkend advies wordt te Uwer kennis gebracht. Burgemeester en wethouders van Breda, Geuljnns burgemeester. Van Woensel secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 1232