gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: diensten en bedrijven
Bijlage nr. 531
5 oktober 1964
F/17454
Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van een tariefsverordening warmtelevering
door de gemeente Breda.
In ons voorstel dd. 3 juni 1964, no. F/9935 (bijlagen 1964 no. 293) deelden
wij U mede, dat wij Uw raad nog een voorstel zouden doen ter vaststelling
van de tarieven, waartegen de warmte zal worden geleverd.
Allereerst merken wij op, dat het niet mogelijk is reeds thans de onder
scheidene kostencomponenten, welke dienen als grondslag voor het tarief,
definitief tot de juiste bedragen vast te stellen. In de eerste plaats
zijn - uiteraard - de definitieve bouwkosten van de apparatuur nog niet be
kend; bovendien zijn nog onderhandelingen gaande met het ministerie van
volkshuisvesting ontrent het al of niet toepassen van de zg. risico-clau
sule bij de bepaling van de bouwkosten. Op grond hiervan zal het duidelijk
zijn, dat vaststelling van de tarieven thans alleen maar voorlopig kan ge
schieden.
Bij de vaststelling van de tarieven is ervan uitgegaan, dat zij - in totali
teit bezien - kostendekkend moeten zijn.
Het voorgestelde tarief bestaat uit twee componenten, te weten het vast
rechttarief en het verbruikstariefDe kosten van dienstleidingen, terrein
leidingen en ketelk: ::-_i met apparatuur moeten volledig worden goedgemaakt
door de opbrengst van het vastrecht. (De kosten van de binnen-installatie,
zoals radiatoren, zijn begrepen in de huurprijs van de huurwoningenen in
de koopprijs van de overige woningen. De huurprijsverhoging voor de woning
wetwoningen voor de binneninstallaties bedraagt 107,- per jaar). In het
vast-rechttarief komt tot uiting de opvatting van de minister inzake de
aanvaarding van stichtingskostcn.
Daar het moeilijk is het verbruikstarief reeds thans - in een tijd van
ontx-dkkeling van lonen en prijzen - voor lange tijd onveranderd vast te
stellen, en het anderzijds geen aanbeveling verdient bij elke prijs- of
loonswijziging de verordening te wijzigen, hebben wij in de ontwerp-ver-
ordening bepaald, dat bij met name aangeduide wijzigingen het verbruiks
tarief evenredige veranderingen ondergaat.
Ter oriëntatie delen wij nog mede, dat, voor het complex Hoge Vucht II het
tarief voor een woningwetbewoner neerkomt op ongeveer 260,- per jaar,
voor een bewoner van een premie-woning op 240,- per jaar, en voor een
bewoner van een vrije-sector woning op 385,- per jaar. De verschillen
worden mede veroorzaakt door de capaciteitsverschillen van de verwarmings
installaties.