V
bij bijlage nr„ 531
-2-
1.
brandstof
0,82010
2.
stroom
ff
0,10569
3.
opnamekosten
M
0,08345
4.
administratie
1!
0,03990
5.
huurderving 2,04f° van
1
t/m 4
ff
0,02141
6.
onvoorzien 2,5/6 van 1
m 5 en afronding
ff
0,02945
totaal
1,10
Het bedrag wordt gecorrigeerd naar rato van de wijzigingen in de bereke
ningsgrondslagen als volgt:
a. de prijs van de brandstof wordt verhoogd of verlaagd met het bedrag,
resulterend uit de formule (i - 67
—r~ x 0,82010 cent, al naarmate de
67
uitkomst van de formule positief of negatief is.
In deze formule stelt voor: I: de prijsindex (1958 100) van de in-
koopwaarde bij de "Industrie" van stookolie zwaarder dan 100 sec.
R.W.I., zoals gepubliceerd door het centraal bureau voor de statistiek,
over het kalenderjaar, voorafgaande aan het kalenderjaar waarin de
levering plaatsvond;
67: de uitgangswaarde van voornoemde prijsindex.
De uitkomst van de formule vrordt afgerond op vijf decimalen;
b. de prijs van de overige kostencomponenten zijn afgeleid van:
1. het per 31 december 1963 geldende stroomtarief van het energie- en
waterbedrijf
2. de salarisregeling voor het administratief personeel van het ener
gie- en waterbedrijf
3. de tarieven van de warmtemeteropnamekosten van de N.V.Warmtemeter te
Schiedam.
Wijzigingen in deze grondslagen worden naar evenredigheid doorbe
rekend.
II. De afnemer is onverminderd het bepaalde in artikel 5 per jaar tenminste
een bedrag verschuldigd gelijk aan 4C^ó van het bedrag, dat betaald zou
moeten worden, indien zijn verwarmingsinstallatie 1500 uur in gebruik
zou zijn geweest.
Artikel 7
Na het einde van het jaar stelt de directeur vast, welke bedragen verschuldigd
zijn.
Het gebruik vrordt bepaald aan de hand van de metingen, opgenomen door de N.V.
Warmtemeter te Schiedam.
Aan het begin van het jaar stelt de directeur vast, welke bedragen vermoede
lijk in dat jaar verschuldigd zullen zijn; deze bedragen zijn direct op-
vorderbaar, doch worden in de regel in een aantal gelijke termijnen in de
loop van het jaar geïnd.
De bij voorschot betaalde bedragen worden in mindering gebracht op de eind
afrekening. Het door de afnemer verschuldigde bedrag van de eindafrekening
is direct invorderbaar; het teveel betaalde bedrag vrordt onverwijld geresti
tueerd.
Aldus vastgesteld door de raad van de
gemeente Breda in zijn vergadering dd.
14 oktober 1964.
De secretaris, De voorzitter,