gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Rubriek: personeel Bijlage nr, 534 6 oktober 1964 P/17846 Voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling van een voorlopige salarisregeling voor de leraren van de stedelijke muziekschool. In het kader van de voorbereiding van de oprichting van de stedelijke muziek school is ter hand genomen het ontwerpen van de regeling van de rechtspo sitie en bezoldiging van het personeel van deze school, omdat het algemeen ambtenarenreglement van de gemeente niet van toepassing is op het personeel bij de inrichtingen van onderwijs, en de bezoldigingsregeling uiteraard nog geen salarisnormen bevat voor dit personeel. Nagegaan wordt, op welke punten van de rechtspositie van leraren van een muziekschool (voor een gedeelte slechts in een nevenbetrekking bij de gemeente werkzaam) een bijzondere voorziening vereist. Inmiddels kan het personeel in dienst worden genomen krachtens de arbeids overeenkomstenverordening In dit verband achten wij het echter gewenst dat een voorlopige salarisrege ling wordt vastgesteld, waardoor wij te geschikter tijd omtrent de indienst treding van het personeel afspraken kunnen maken. In deze regeling worden vooralsnog slechts de algemene normen opgenomen voor de salariëring van de muziekleraren. De vraag of en in hoeverre deze alge mene salarisnormen moeten worden aangevuld met specifieke ten aanzien van bijzondere soorten van onderricht kan thans nog niet worden beantwoord. Ook draagt de U aangeboden regeling een voorlopig karakter, in zo ver het nog niet mogelijk is te voldeen aan de bepaling van de ambtenarenwet 1929 dat hieromtrent overleg met vakorganisaties gevoerd moet worden. De wijze, waarop dit kan geschieden, is een van de onderwerpen, d.ie bij de vaststel ling van de rechtspositieregeling geregeld moeten worden. Met inachtneming van deze beperkingen, welke de voorgestelde regeling een voorlopig karakter geven, menen wij wel, dat de normen, welke hierin zijn vervat, kunnen dienen als grondslag voor de latere meer definitieve regeling. Wij menen te kunnen stellen, dat in de loop der laatste jaren in toenemen de mate een algemeen aanvaarde norm is ontstaan voor de salariëring van de leraren, welke aan een muziekschool zijn verbonden en in het bezit zijn van de voor dit onderwijs genoegzaam te achten bevoegdheid (zg. bevoegd A). Deze norm is namelijk elders gevonden in de gehele of gedeeltelijke salarisschaal, geldende voor een vakleerkracht voor zingen aan een school voor voortgezet gewoon lager onderwijs. Zulks is geschiedt onder meer bij de gemeentelijke muziekscholen van Arnhem en Bergen op Zoom, en de gemeente lijke stichtingsscholen in Rotterdam, Sindhoven en 's-IIertogenbosch.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 1263