gemeente Breda "bij bijlage nrt 534 Rubriek: personeel Voorlopige salarisregeling leraren stedelijke muziekschool. De raad van de gemeente Breda; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober 1964 nr„ P/17846 besluit artikel 1 Het salaris van een leraar aan de stedelijke muziekschool bedraagt per wekelijks lesuur van 60 minuten per jaar: onbevoegd bevoegd A bevoegd B bij de aanvang 208,50 239,— 277,50 na 2 dienstjaren 224,50 268,— 306,50 na 4 dienstjaren 239,— 297,— 335,50 na 6 dienstjaren 248,50 316,50 354, na 8 dienstjaren 258,— 335,50 372, na 10 dienstjaren 268,— 354,— 391,50 na 12 dienstjaren 277,50 372,— 411 artikel 2. 1Bevoegd A zijn de leraren, die in het bezit zijn van een door het rijk erkende akte muziekonderwijs A. 2. Bevoegd B zijn de leraren, die in het bezit zijn van een door het rijk erkende akte muziekonderwijs B. 3. Burgemeester en wethouders kunnen al dan niet bevoegde leraren bevoegd A dan wel bevoegd B verklaren op grond van de overweging dat: a. andere dan de hiervoor genoemde, daarmede gelijk te stellen akten of diploma's zijn behaald; b. een door het rijk erkende akte in de door die leraren te geven vakken van onderwijs niet bestaat; c. een zodanige bevoegdverklaring alleszins redelijk kan worden geacht, gelet op hun langdurige ervaring, bijzondere pedagogische kwaliteiten en uitstekende opleidings-resultaten. artikel 3. 1Het salaris van de leraar wordt bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en ijver en ook tijdens het verlof, hetwelk de leraar geniet ter ver vulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst, telkens na twee dienstjaren verhoogd, totdat het maximum is bereikt. 2. De verhogingen gaan in op de eerste januari. 3. Voor de toekenning van een verhoging aan een leraar, die in de loop van een kalenderjaar wordt aangesteld, wordt de tijd die verlopen is van de ingang van zijn aanstelling tot de eerste januari daaraanvolgende voor een dienstjaar gerekend ofwel buiten rekening gelaten, naar gelang de aanstelling voor of op 1 juli dan wel na 1 juli is ingegaan. 4. Een verhoging van salaris, waarop recht ontstaat door het behalen van een bevoegdheid, waaraan een hoger salaris is verbonden, dan wel uit hoofde van de verklaring van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel 2, derde lid, gaat in met ingang van de eerste dag van de maand, waarin de bevoegdheid is behaald of die verklaring is afgegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 1265