gemeente Breda aan de raad der gemeente Breda. Rubriek: volksgezondheid Bijlage nr. 565 4 november 1964 AZ/20133 Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van een verzoek aan de Kroon om ver hoging van het maximum aantal drankvergun ningen. Tot 1 januari 1956 gold in Breda een Kroonmaximum, houdende dat in Breda in totaal 100 vergunningen voor de verkoop van sterke drank in het klein mochten worden verleend. Hoewel voor de bepaling van dat maximum hotelvergunningen, vergunningen voor buitengewone inrichtingen voor maatschappelijk verkeer en bijzondere vergunningen in de zin van artikel 75 van de drankwet niet mee telden, was er een zo sterke vraag naar vergunningen, dat deze voor fabel achtige bedragen konden worden verhandeld. Vooral om de handel in ver gunningen tegen te gaan, heeft Uw raad de Kroon in 1955 verzocht het maximim aantal vergunningen voor Breda vast te stellen op 1 vergunning per 600 in- woners; nadat Uw raad besloten had tot verzwaring van de lokaliteitseisen, bleek de Kroon bereid het evenbedoelde verzoek van Uw raad met ingang van 1 januari 1956 te honoreren. Evenwel vindt er nog steeds handel in vergunningen plaats, zij het dat de marktwaarde daarvan thans duizenden guldens lager ligt dan voor 1956; die handel in en de marktwaarde vén vergunningen duidt op een relatieve schaarste aan vergunningen. Wij zijn van mening, dat deze handel vrijwel geheel zou verdwijnen, indien het aantal vergunningen zou worden vastgesteld op het wettelijk maximum van 1 vergunning op 500 inwoners, zijnde het normale maximum voor gemeenten met meer dan 50.000 inwoners. Ook de sterke expansie van het toerisme maakt het wenselijk, dat meer in het bijzonder ten behoeve van het restaurantbedrijf er in wat ruimere mate vergunningen beschikbaar komen. Concreet zou verhoging van het maximum tot 1 op 500 inwoners betekenen, dat er 229 vergunningen zouden kunnen worden verleend; thans zijn er 194 vergunningen, te weten 34 volledige vergunningen, 131 tapvergunningen, 27 slijtvergunningen en 2 sociëteitsver gunningen. Opgemerkt zij, dat het merendeel der huidige verlofszaken niet voldoet aan de eisen, gesteld bij de "verordening drankwetlokaliteiten", zodat bij een even tuele verhoging van het maximum daarin beslist niet zonder meer vergunningen kunnen worden ondergebracht. Overigens is het ontwerp voor een nieuwe drank- en horecawet, die onder meer het maximumstelsel geheel laat vallen, beide Kamers der Staten Generaal al gepasseerd. Volledigheidshalve vermelden wij, dat aan verhoging van het maximum aantal verloven A geen behoefte bestaat, omdat het thans geldende maximum nog niet is bereikt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 1337