gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
V/16417
Rubriek: uitbreidingsplannen e.d.
Bijlage nr. 566
4 november 1964
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van het uitbreidingsplan in
onderdelen "Boeimeer H.¥, 1964"
In de raadzaal hebben wij voor U ter visie gelegd het ontwerp-uitbreidingsplan
in onderdelen "Boeimeer N.W. 1964" met de daarbij behorende stukken. Dit plan
is voor het overgrote deel een herziening van het uitbreidingsplan "Boeimeer
N.W. 1958". In de bij deze stukken gelegde toelichting vindt U aangegeven
waarin deze herziening bestaat.
Overeenkomstig de bepalingen der woningwet hebben de ter visie legging, be
kendmaking en afkondiging plaatsgevonden.
Tegen het ontwerp-plan zijn twee gelijkluidende bezwaarschriften ingekomen
en wel van rf.van Berk, Grote Spie 66, en S.F. van der Hoogt, Grote Spie 64.
Beide reclamanten zijn als eigenaren van in het herzieningsplan begrepen per
celen belanghebbenden in de zin der woningwet. Het bezwaarschrift van Van
Berk is, evenals diens in aansluiting daarop ingekomen schrijven aan Uw
raad, binnen de voorgeschreven beroepstermijn, ontvangen. Van der Hoogt
heeft evenwel zijn bezwaarschrift na het verstrijken van de beroepstermijn,
welke op 15 september 1964 eindigde, ingediend, zodat wij Uw raad niet anders
kunnen voorstellen dan reclamant niet ontvankelijk te verklaren in zijn be
zwaren,
Op tekening no. 15796 (bijlage Iï) zijn de in het geding zijnde percelen
respectievelijk met een rode en blauwe kleur aangeduid.
Het hoofdbezwaar van Van Berk richt zich tegen verschuiving van het ter
hoogte van zijn perceel ontworpen flatblok tussen Grote Spie en Zaart in
noordelijke richting waardoor hij niet langer verzekerd is van een vrij
uitzicht.
Dit bezwaar achten wij gegrond, Sr kan aan worden tegemoet gekomen door het
flatgebouw in zijn oorspronkelijke situatie terug te brengen, op tekening
no. 33603 A (bijlage i) met een rode contour aangegeven, zij het dan met
behoud van het gewijzigde grondvlak zoals in het ontwerp-uitbreidingsplan
voorzien. Voor deze verschuiving is overigens op grond van de geldende
jurisprudentie geen hernieuwde ter visie legging van het ontwerp-uitbreidings
plan nodig, aangezien het hier slechts een geringe wijziging betreft en be
langhebbenden, met name de bewoners aan de Grote Spie, hierdoor niet in een
ongunstiger positie geraken dan onder vigeur van het thans geldende uit
breidingsplan "Boeimeer N.W. 1958".
Vervolgens maakt reclamant bezwaar tegen de hoogtgvan het flatgebouw, welke