gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: openbare werken
Bijlage nr. 570
6 november 1964
7/17976
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
verhoging van het krediet ten behoeve van de
aansluiting van de noordelijke oost-westver
binding op de noordelijke invalsweg.
In Uif vergadering van 14 september 1960 werd overeenkomstig ons voorstel
besloten tot het beschikbaar stellen van kredieten voor de aanleg van de
noordelijke invalsweg en voor de uit te voeren kunstwerken in de zuide
lijke rondweg. Voor zover deze werken binnen de gemeente liggen werd
hierbij een krediet gevoteerd van 2.366.000,-, waarin o.a. waren begre
pen de uitvoeringskosten voor de aansluiting van de noordelijke oost-west
verbinding aan de noordelijke invalsweg ten bedrage van 360.000,-.
Eerstgenoemd bedrag was exclusief de algemene kosten van openbare werken,
waarvoor in het totale krediet nog 2.36.600,- is begrepen.
Bij een nadere berekening bleek, dat de kosten van de aansluiting, uit
sluitend gebaseerd op de vroegere omvang van het plan, zouden moeten zijn
494.760,-, verhoogd met ]Cf/o algemene kosten van openbare werken, mede
ter afronding gesteld op 49.240,-, totaal derhalve 544.000,-. Doordat
enige onderdelen van de uit te voeren werkzaamheden binnen de gemeente te
hoog waren geraamd, kon deze verhoging binnen het krediet van
2.366.000,- worden opgevangen.
In Uw vergadering van 15 november 1961 is overeenkomstig ons voorstel
bijlagen 1961, no. 611 het bedrag van 544.000,- met 236.000,-,
vermeerderd, zodat 780.000,- beschikbaar was. Gedeputeerde staten van
Noord-Brabant hebben hieraan bij besluit van 3 april 1963 G.no. 1579/9378
goedkeuring verleend.
De werkzaamheden naderen inmiddels hun voltooiing en aan de hand van een
nacalculatie is becijferd, dat het tot nu toe toegestane en goedgekeurde
krediet met rond 177.000,- zal worden overschreden.
Deze overschrijding wordt veroorzaakt door:
1aanleg van de opritten
In de raming voor de aanleg van de opritten is geen post opgenomen
voor het graven en afwerken van afwateringssloten. Bij een nadere bestu
dering van het ontwateringssysteem in het kader van de aansluiting met
de noordelijke invalsweg werden deze sloten, in overleg met de rijks
waterstaat, alsnog noodzakelijk geoordeeld. Onder het viaduct moesten
de sloten middels rioolbuizen over een lengte van 120 meter met elkaar
worden verbonden. De kosten bed„ragen 14.800,-. Bovendien moesten
voorzieningen worden getroffen tegen door het aanleggen van de ooste
lijke oprit veroorzaakte inschuivingen van het talud van de aangrenzen
de Bethlehemloop, waarvoor 1.434,19 nodig was.