gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
v/16987 Voorstel van burgemeester en wethouders tot
Rubriekopenbare werken
Bijlage nr, 572
4 november 1964
verhoging van het krediet ten behoeve van het
uitvoeren van riolerings- en bestratingswerken
in het gebied "Tuinzigt",
In Uw vergadering van 16 september 1959 is overeengekomscig ons voorstel
bijlagen 1959; no. 410 besloten tot het doen uitvoeren van riclerings-
en bestratingswerken in het gebied Tuinzigt. Het daarvoor benodigde krediet
ad 390.000,- werd door gedeputeerde staten d.er provincie Noord-Brabant
bij besluit van 30 september 1959, G. no. 35347 goedgekeurd.
De uitvoering van het werk bevindt zich momenteel in een vergevorderd
stadium. Aan de hand van de nacalculatie is vastgesteld, dat de werkelijke
kosten een bedrag van 58.880,- meer zullen bedragen dan oorspronkelijk
is geraamd.
Deze overschrijding is een gevolg van de navolgende omstandigheden;
1Bij de samenstelling van de kostenbegroting is rekening gehouden met
de mogelijkheid, dat de door ontgraving vrijkomende grond ter plaatse
opnieuw zou kunnen worden verwerkt. Bij de uitvoering der werkzaamheden
bleek deze grond hl.ertoe niet geschikt te zijn. Hierdoor moest meer op-
hoogzand voor de wegen en trottoirs en meer teelaarde voor de groen
stroken worden aangevoerd en verwerkt, dan waarmede in de raming was
rekening gehouden. De meerkosten bedragen 26.057,70.
2. Voor "algemene kosten openbare werken" is in de raming een bedrag opge
nomen van 2.1.520,-, hetgeen neerkomt op een opslagpercentage van
6fo van de aanlegkostsn, Dit percentage blijkt aanzienlijk te laag te
zijn. Hiervoor worden blijkens nacalculaties van soortgelijke werken
de volgende percentages gehanteerd;
- voor kosten architectenbureau 2$
- voor kosten ingenieursbureau
- voor kosten van toezicht, alsmede van de landmeetkundige werkzaamheden
en de keuring van materialen '|0fó,
In totaal derhalve 13^°
De opslag moot worden berekend over 394*537,70 en zou dus 53.262,59
mogen belopen. In werkelijkheid blijken deze kosten echter 54-342,30 te
bedragen. Deze hogere uitgave is te wijten aan een minder vlotte voortgang
der werkzaamheden, waardoor het toezicht zich over een langere periode
moest uitstrekken» De overschrijding bedraagt derhalve 54.342,30 -
21.520,- 32.822,30.
Resumerende mogen wij U voorstellen te besluiten tot verhoging van het