bijlage nr. 587 -2- De oorzaken, die tot de eigenlijke overschrijding met ruim 900.000,- hebben geleid, zijn van verschillende aard en wij mogen deze als volgt trachten weer te geven en toe te lichten. Allereerst vormt de stijging van de lonen en sociale lasten in het tijds verloop sedert 1957, toen de vorige begroting - behandeld in 1953 - werd samengesteld, een belangrijke factor. Ter vergelijking volgt hieronder een overzicht van de loonkosten per week voor een steenhouwer in 1957 (woonplaats Breda.) en in 1964 (woonplaats Bergen op Zoom) 1957 1 964 Arbeidsloon (incl.vakantiebon) 82,59 142,89 Sociale lasten (36;v) If 29,83(35,45^) ff 55,38 Gereedschap- en reisgeld- ff 4,65 tl 17,13 Pen si o enbi j drage ft 1,25 ff 4,50 Administratievergoeding ff 0,10 tl 0,10 Vakantieloon (voor de helft voor soc. lasten) ff ff 14,66 Huurtoeslag tl ft 6,- Rentezegel (in 1957 deel van soc. lasten) If j tl 0,60 113,42 241,26 Hieruit blijkt dat de loonkosten meer dan verdubbeld zijn, waarbij ook re kening moet worden gehouden met de omstandigheid, dat geen enkele bij de restauratie werkzame steenhouwer meer in Breda woont. Horden dus aan reisgelden al belangrijke bedragen vergoed-, het reizen zelf is vermoeiend en vermindert zodoend.e de prestaties, afgezien nog van de algemeen waar te nemen vermindering van arbeidsproduktiviteit. Daarnaast is de arbeidstijd met circa 16/i verkort, namelijk met 2g- uur ö.oor de invoering van de vijfdaagse werkweek en voorts wegens het daarmede ver band houdende voorschrift van de arbeidsinspectie dat door de verlenging van de werkdag gedurende het laatsre half uur van d.e dag geen steenhouwers- werk meer mag worden verricht. Het spreekt vanzelf dat het niet doenlijk is de tegen het eind.e van d_e dag vermoeide steenhouwers nog ander werk te doen verrichten, daargelaten of zij dit zouden kunnen, Tenslotte is de verkorting van de werktijd ook bevorderd door de pendel, omdat de dienstregeling van de spoorwegen de tijd van komen en gaan der werklieden beïnvloedt. De materiaalprijsstijgingen kunnen als volgt worden weergegeven: 1957 1964 Gobertange-natuursteen per ton 174,- 250,- Franse kalksteen per m3 ft 320,- II 570,- Baksteen per 1000 st. If 76,- It 115,- Cement per zak It 3,45 II 4,25 Schelpkalk per zak II 3,75 II 4,72 Ook hier dus een aanmerkelijke stijging, die bij het belangrijkste materiaal, de natuursteen zelfs 45 respectievelijk 8Qh beloopt. Bovendien zal d.e groeve bij Gobertan^in België geen steen meer kunnen le veren, zodat de architect is aangewezen op de aankoop van afbraaksteen in het buitenland, aarbij vanzelfsprekend veel meer afval ontstaat. Resumerend zijn dus als oorzaken van de overschrijding der begroting van 1958 - samengesteld in 1957 - en van de langere duur der restauratie wor den te noemen; hogere loonkosten, duurder materiaal, kortere arbeidstijd, vermindering van de arbeidsproduktiviteit.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 1383