gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: nagekomen stukken
Bijlage nr. 600
9 november 1 964
P/20175
Voorstel van burgemeester en x?ethouders tot be
noeming van een directeur van de stedelijke mu
ziekschool.
Teneinde de feitelijke oprichting van de stedelijke muziekschool zo veel
mogelijk te bespoedigen is de indienstneming van een directeur dezer school
een dringende noodzaak.
De sollicitatiebescheiden, ontvangen naar aanleiding van onze oproep van eind
september 1964, liggen voor Uw raad ter inzage.
Wij zijn van oordeel voor een benoeming tot directeur van de stedelijke muziek
school te moeten aanbevelen de heer A.de Braai, 54 jaar, thans directeur van de
stichting Zeeuwse muziekschool.
Wij menen, dat de heer De Braai duidelijk voorkeur verdient boven al de
andere kandidaten.
Het schriftelijk advies van de rijksinspecteur voor het muziekonderwijs, met
wie ook mondeling overleg is gepleegd, is tevens ter inzage gelegd.
In ons voorstel van 6 oktober 1964 no. P/17846 inzake een voorlopige salaris
regeling voor de leraren van de stedelijke muziekschool wezen wij er reeds
op, dat het algemeen ambtenarenreglement niet van toepassing is op het perso
neel van een inrichting van onderwijs, doch dat tot het tijdstip, dat ter
zake een voorziening is getroffen, een indienstneming krachtens de arbeids
overeenkomstenverordening mogelijk is.
De heer De Braai stelt echter een vaste aanstelling op prijs. Wij menen,dat
deze wens aanvaardbaar is te achten.
Deze is te realiseren, indien Uw raad hem vast benoemt, op grond van Uw be
voegdheid neergelegd in artikel 179 van de gemeentewet. Aan deze benoeming
ware dan een salaris te verbinden van 1.473,- per maand, welk bedrag gelijk
is aan het maximum van de rang van referendaris. Totdat een nadere regeling
is getroffen, zullen de bepalingen van het algemeen ambtenarenreglement op
overeenkomstige wijze ten aanzien van deze benoemde in acht worden genomen.
Uw benoeming ware voorts te geschieden onder voorbehoud van overlegging
van een verklaring omtrent het gedrag en omtrent de medische geschiktheid,
zoals gebruikelijk.
Aan ons college ware over te laten het tijdstip te bepalen van de ingang
van de benoeming, mede na overleg met betrokkene.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans
burgemeester
Van Voensel
secretaris