gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: nagekomen stukken
Bijlage nr. 603
6 november 1964
P/20168
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
benoeming in tijdelijke dienst van een leraa
aan de gemeentelijke technische avondschool.
Wegens uitbreiding van het aantal lessen dragen wij U ter benoeming in
tijdelijke dienst voor:
L. Roelevink voor de vakken elektriciteitsleer, natuur- en werktuigkunde
aan leerling-elektriciens.
De benoeming ware te doen geschieden voor het tijdvak van 1 december 1964
tot en met 30 september 1965»
Spoedshalve hebben wij de heer Roelevink reeds benoemd voor de periode
van 1 tot en met 30 november 1964.
Aan de benoeming ware de voorwaarde te verbinden dat de voordracht door
de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen wordt goedgekeurd.
Het advies van de directeur, waarin dat van de commissie van het nijver
heidsonderwijs is vervat en de voordracht liggen ter visie in de raadzaal.
Burgemeester en wethouders van Breda,
G-euljans burgemeester.
Van loensel secretaris.
Root.
Krachtens artikel 23, leden 1 en 2 van de nijverheidsonderwijswet worden
de leraren der gemeentelijke nijverheidsscholen benoemd door de gemeente
raad uit een voordracht van benoembaren, welke is opgemaakt door burge
meester en wethouders, nadat de directeur, wiens rdvies wordt overgelegd,
is gehoord.
De voordrachten behoeven de goedkeuring van de minister van onderwijs,
kunsten en wetenschappen.
In gevallen van spoedeisende aard kan, met afwijking van het bepaalde in
vorige zinsnede, een leraar door burgemeester en wethouders worden be
noemd voor de duur van ten hoogste drie maanden, de inspecteur en de
directeur gehoord.