bij bijlage nr. 619
-3-
OHTHEFFING
Artikel 6
1Indien een leerling in de loop van het heffingstijdvak overlijdt of de
school verlaat, wordt ontheffing verleend over zoveel kalendermaanden,
als er nadien nog in het heffingstijdvak overblijven.
Ontheffing van schoolgeld wegens het verlaten van de school xrordt niet
verleend
a. over enig tijdvak voorafgaande aan de schriftelijke kennisgeving
daaromtrent door de schoolgeldplichtige.
b. indien de ontheffing op niet méér dan twee kalendermaanden betrekking
zou hebben.
2. Indien een leerling wegens ziekte de school gedurende langer dan drie
maanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken, wordt ontheffing van
schoolgeld verleend over zoveel kalendermaanden, als de school niet is
bezocht.
3. Indien een leerling wegens het sluiten van de school deze gedurende
langer dan drie maanden achtereen niet heeft kunnen bezoeken zonder dat
op andere wijze in het geven van onderwijs is voorzien, wordt ambtshalve
ontheffing van schoolgeld verleend over zoveel kalendermaanden als de
school gesloten is geweest.
4. Ter verkrijging van de in het eerste en tweede lid van dit artikel be
doelde ontheffingen moet een daartoe strekkend verzoekschrift worden in
gediend bij de chef van de afdeling financiën en belastingen ter secre
tarie, binnen twee maanden nadat het recht op ontheffing is ontstaan bf
indien nog geen aanslag is opgelegd, binnen twee maanden na de dagtekening
van het aanslagbiljet.
AMBTSHALVE VERMIKDERIHG
A rtikel 7
Onjuist vastgestelde aanslagen kunnen binnen vijf jaren na het einde van
het heffingstijdvak ambtshalve worden verlaagd of vernietigd.
i?AVORDERING
Artikel 6
Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden, dat ten onrechte is
afgezien van het vaststellen van een aanslag, dan wel een aanslag ten on
rechte is vernietigd of verminderd of een te lage aanslag is opgelegd, kan
het te weinig geheven bedrag worden nagevorderd, zolang niet sedert het
einde van het heffingstijdvak vijf jaren zijn verstreken.
DELEGATIE
Artikel 9
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 301 van de gemeentewet treedt, voor
de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 dier wet ten opzichte van
deze verordening, in de plaats van de gemeenteraad, van burgemeester en
wethouders of van de burgemeester, de chef van de afdeling financiën en
belastingen ter secretarie.