gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
2 december 1964
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
vaststelling van een plan tot onteigening van
gronden gelegen in het uitbreidingsplan
"Ruitersbos" (onteigeningsplan "Ruitersbos 1964")-
Rubriek: uitbreidingsplannen e.d.
Bijlage nr. 625
V/14340A
Op 16 september 1964 heeft Uw raad besloten tot het voorlopig goedkeuren
van een plan als bedoeld in artikel 80 der onteigeningswet strekkende tot
onteigening van gronden gelegen in het uitbreidingsplan "Ruitersbos", vast
gesteld bij Uw besluit van 12 oktober 1960, goedgekeurd. d.oor gedeputeerde
staten van Noord-Brabant bij hun besluit van 13 december 1961, G.no. 73849,
gehandhaafd bij koninklijk besluit van 10 maart 1964, no. 18.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 80 der onteigeningswet hebben wij
voormeld onteigeningsplan met de daarbij behorende stukken ter gemeentesecre
tarie voor een ieder ter inzage gelegd met ingang van 23 september 1964 ge
durende dertig dagen. Van deze nederlegging is overeenkomstig wettelijk
voorschrift kennisgeving gedaan.
Ingevolge het bepaalde in artikel 81. der onteigeningswet konden belangheb
benden uiterlijk binnen veertien d.agen na verloop van de termijn van ter
visie legging hun bezwaren s chriftelijk aan het gemeentebestuur opgeven.
Van de geboden gelegenheid om bezwaren in te dienen is geen gebruik ge
maakt.
Wij stellen U voor tot vaststelling van het onteigeningsplan over te gaan
overeenkomstig het voor U ter visie gelegde ontwerp-besluit, waarbij de
overige op deze aangelegenheid betrekking hebbende bescheiden zijn gevoegd,
welke bestaan uit tekeningen nos. 35434 I en 35435 I, waarop de te ont
eigenen percelen met rode kleur staan aangegeven, lijst van eigenaren, toe
lichting en tekeningen nos. 35434 A en 35435 A, waarop de percelen welke
reeds gemeente-eigendom zijn, in groene kleur zijn aangeduid.
De afdeling voor openbare werken kan zich met ons voorstel verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans burgemeester
Van Woensel
secretaris