gemeente Breda
aan de raad der gemeente Breda.
Rubriek: onder./ijs
Bijlage nr. 646
8 december 1964
OSO/22186
Voorstel van burgemeester en wethouders tot
het vaststellen van de vergoeding, bedoeld
in artikel 101 bis van de lager-onderwijswet
1920, ten behoeve van de in deze gemeente
gevestigde bijzondere v.g.l.o.- en u.l.o.-
scholen over het jaar 1963.
Op grond van het bepaalde in artikel 101 bis der lager-onderwijswet
1920 vergoedt de gemeente, indien zij geen openbare scholen voor
v.g.l.o. en u.l.o. in stand houdt, aan de besturen van de gelijk
soortige scholen de beloning van de aan die scholen verbonden vak
onderwijzers, tenzij Uw raad van oordeel is, dat de kosten zonder
noodzaak zijn gemaakt of hoger zijn dan noodzakelijk is. In dat ge
val wordt de vergoeding bij een met redenen omkleed besluit geheel
of gedeeltelijk afgewezen.
Krachtens het bepaalde in lid 5 van genoemd wetsartikel zijn door
Uw raad bij besluit van 13 februari 1963 aan de hierbijgaande con
cept-besluit genoemde scholen voorschotten verleend, aangezien
er blijkens de destijds door de inspecteur van het lager-onderwijs
uitgebrachte adviezen geen redenen waren aan te nonen, dat de kos
ten buiten noodzaak werden gemaakt en/of dat het getal aan de op
gedragen lesuren te hoog was.
De berekeningen van de salarissen (op grond van de bezoldigingsrege
ling vakonderwijs 1959) en sociale lasten, alsmede de kwitanties
van de door de schoolbesturen betaalde bezoldiging, zijn door ons
onderzocht en akkoord bevonden.
Wij stellen U daarom voor over te gaan tot het vaststellen van de
vergoedingen, bedoeld in artikel 101 bis van de lager-onderwijswet
1920 over het jaar 1963 ten behoeve van de op bijgaand concept-be
sluit vermelde v.g.l.o.- en u.l.o.-scholen.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Geuljans
burgemeester.
Van Woensel
secretaris.
Ter visie in de raadzaal.