-11- De compromissen, die door ons acceptabel zijn verklaard, hebben wij echter als onvolmaakte oplossingen gezien, die omwille van de overeenstemming niet verworpen moesten worden. Het belang van het onderhevige muziekonderwijs stelt echter grenzen aan onze concessiebereidheid. De weigering van het schoolbestuur om de door de commissaris der Koningin voor gestelde bepaling inzake de benoeming van de directeur en het overige personeel te aanvaarden en het nieuwe voorstel dat het bestuur daarvoor in de plaats deed, zou ons over die grenzen hebben gevoerd. Gezien de zover gaande bereidheid van het gemeentebestuur, zou de vraag opgeworpen kunnen worden of de benoeming van de directeur door de raad of onder goedkeuring van de raad toch niet zodanig gewicht in de schaal legt dat daardoor het compromis onmogelijk moet worden. Boven is reeds gesteld, welke motieven ook voor de commissaris van de Koningin golden voor de be noeming van een directeur door de raad. Kaast deze motieven is van door slaggevende betekenis de overweging dat wij bij voortduring bij het bestuur een mentaliteit hebben ontmoet'die van generlei begrip getuigde voor het standpunt van ons college en Uw raad en dat zelfs bij het bereiken van een compromis daardoor een loyaal samengaan niet verwacht mag worden. Het niet wegnemen van het vitium originis zou derhalve betekenen dat dit als een splij/fczwam zou doorwerken hetgeen onmogelijk in het belang kan zijn van het stedelijk muziekonderwijs. Naarmate Uw raad in tal van geheime en openbare vergaderingen voortdurend op de hoogte gehouden, meer zaak werd geconfronteerd heeft dit ook Uwerzijds geleid tot een bijna uniforme visie. In samenspraak met Uw raad werden de uitgangspunten tijdens de onderhandelingen dan ook geformuleerd. De boven gesignaleerde mentaliteit wordt nog eens bevestigd door de publi- katie van een "supplement op het jaarverslag van het schooljaar 1962/1963 over de periode 1 september 1963 tot en met 3 december 1963- Hierin gaf het bestuur een gedetailleerd overzicht inzake de bemiddelingspogingen van de commissaris der Koningin en de daarmee verband houdende besprekingen en correspondentie. Als aanleiding tot deze publikatie noemde het bestuur een artikel in een plaatselijk dagblad. Het supplement, waaraan in de pers uitvoerig aandacht is geschonken, kan niet anders worden aangemerkt dan als een eenzijdige en gekleurde weergave van de gang van zaien. Deze publici teit in een stadium, dat het overleg ingevolge de bemiddelingspoging van de commissaris der Koningin nog niet definitief was afgesloten en het ge meentebestuur zich bijgevolg nog tot stilzwijgen gebonden achtte, betekende een verdere verstoring van de vertrouwenbasis tussen het gemeentebestuur en het stichtingsbestuur. Conclusie Nu een vergelijk met het bestuur van de stichting niet mogelijk blijkt, achten wij het dringend noodzakelijk dat de bestuurlijke impasse, die zich voordoet zolang de Kroon geen uitspraak heeft gedaan wordt opgelost. Uij stellen U derhalve voor een adres aan de minister te richten met het verzoek, om in het belang van het muziekonderwijs in deze gemeente de behandeling van het verzoek, dat is gedaan door het bestuur van de stichting Bredase muziek- en balletschool tot vernietiging van het raadsbesluit van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1964 | | pagina 188